520
Eerlijkheidshalve moeten we toegeven, dat toen het ministerie
eenmaal overstag was gegaan, zij pogingen deed om de problematiek van
de nieuwe onderwij sloot onder de knie te krijgen. Niet vergeten moet
worden, dat zij alles vrij plotseling, onder druk van 51% vrouwen met
hier en daar een enkele man, op haar bord kreeg. Zij kon nauwelijks
de consequenties overzien. Zij stond er huiverig tegenover, had geen
geld, kreeg wel een geniale inval. Alle directeuren en journalisten,
die in den Haag kwamen om inlichtingen, stuurde zij onbezoldigd naar
de Dr. Ariensschool in Middenmeer. Waar ligt dat nu weer? Zodat wij
twee jaar lang vele schooldirecties, van voornamelijk grote scholen
uit het hele land op de koffie kregen om informatie. Daar bleef het
niet bijJournalisten van alle kranten, tijdschriften, radio en
televisie kwamen ook op bezoek.
Via de Volksuniversiteit ontvingen we zelfs een delegatie uit Sri
Lanka, een uit Frankrijk, twee uit Belgie en de Duitse televisie kwam
een kijkje nemen.Die maakte het helemaal bont. Op de speelplaats
hadden we een grote zitkuil gebouwd, waarin het zomers goed toeven
was. De Duitsers konden hun ogen niet geloven toen zij vrouwen en
tieners knus zagen lobbyen. Of wij ook voor klompen en tulpen konden
zorgen, zodat ze een mooi tafereeltje zouden kunnen schieten... Dat
hebben we maar geweigerd.
In 1976 stonden er weer ruim honderd dames voor de deur. Nu hadden
we geen lokalen meer over. Maar omdat we nu eenmaal de gangmakers
waren, konden we via een voorschot van het ministerie twee
noodlokalen organiseren. Daar we nogal van opschieten hielden,
stonden die er binnen twee weken.
Maar dat was een uitzondering zei Den Haag, als we verder wilden,
moesten we zelf voor uitbreidingsmogelijkheden zorgen. Dat knoopten
we goed in onze oren.In het derde bestaansjaar, 1977 stonden we weer
voor een lokalenprobleem. Weer uitbreiding. Van het Rijk konden we
wat dit betrof nu alleen maar sympathie verwachten. Van de
avondschool idem dito. Zij zou wel willen, maar was zelf aan een zo
krap budget gebonden, dat zij geen kant op kon. Maar wij wel... We
herinnerden ons de hint van het departement van Onderwijs: Zelf voor
zorgen
We konden in Tuitjehorn een complete houten school overnemen, die
gesloopt moest worden, mits we ook de fundering weghaalden. Schoon
opleverenDat ging onze krachten echter te boven. Maar toen men die
laatste eis liet vallen, waren we er als de kippen bijWe charterden
oudleerlingen, enkele ouders, docenten en trekkers met platte wagens.
We sloopten de school en de trekkers, die niet op de gewone weg
mochten rijden, sukkelden half Noord-Holland door. Een dieplader en
een vrachtwagen deden de rest. De vrachtauto had behoorlijk
gehobbeld, zodat alle deurramen waren gebroken, maar dat was
overkomelijk. Erger was dat de directeur even op vakantie moest,
omdat overspanning dreigde. Goede raad was duur. Hij hield het niet
langer dan twee weken uit. Toen hij terug kwam, was zijn eerste gang
naar de plek waar de gesloopte houten school was opgeslagen. Dat was
een berg hout geweest... niet te kort. Ieder, die wel eens een
bijkeukentje heeft afgebroken, kan zich een voorstelling maken van de
geweldige puinhoop die een complete school bij afbraak oplevert. Hij
stond daar met stomheid geslagen. In slechts zestien dagen hadden
oudleerlingen, leerlingen, ouders en docenten kans gezien om met man
en macht een complete school te bouwen. Over een team gesproken.
Over het onderwijs zelf moesten we maar niets meer vertellen; daar
is meer dan genoeg over geschreven. Haast onnodig is het te
vermelden, dat het schoolbestuur van de dr. Ariens Mavo vierkant
achter ons stond, net als de gemeente Wieringermeerdie onder andere
de nodige vergunningen regelde. Er zou nog een derde noodschool
komen, maar inmiddels had de tweede erg te lijden onder het natte
klimaat. Na enige tijd ging het dak onder invloed van zon en regen
werken, met als gevolg: lekkage. En niet zo zuinig. Ook daar werd
iets op gevonden. Meester Aalders, een onderwijs- en polderpionier,