komen. Er zijn collega's geweest,die maandenlang zoo
gewoond hebben,dat ze over twee vlotjes moesten met
hun fietsen om ergens te kunnen komenWanneer het 's
winters vroor en het werk lag stil,zag men er niets
anders dan de post,die eenmaal per dag kwam,op sommige
plaatsen pas om 3 a 4 uur.Men keek altijd verlangend
uit naar berichten van zijn oude woonplaats.
De bakker en melkboer kwamenom de andere dag.Veel men-
schen in den Polder moesten zich behelpen met flesschen-
melk,die de bakker voor hun meenam,daar de melkboer
de afstanden te groot vond om hen te bedienen.
Petroleum kocht men per vat, daar men een petroleum
lamp gebruikteHier moest men eerst ook aan wennen,
geen best licht en iedere dag lampen poetsen en vul
len.Het was merkwaardig welke wonderlijkeantieke lam
pen men aantrof. Het is gebeurd dat men ergens een
vat petroleum moest leveren en doordat de weg nog niet
aangelegd was men ijskoud 2 Km. met een petroleumvat
kwam aangerold in het donker.
Ons huis.
Daar ons huis op het Noorden was gebouwd, kon men het
in de winter als het waaide en vrooronmogelijk warm
stoken,al had men nog zoo'n goede kachel. De openslaan
de ramen, hoe mooi ook, bleken dan ook voor den Polder
niet bepaald practischdaar ze erg tochtten.
De dubbele arbeiderswoningen, die op zich zelf niet on-
practisch zijn,waren om in één te bewonen niet ideaal.
Men had verschrikkelijk veel kleine vertrekjes, twee
entrée's o.a. met ieder 6 deuren met de noodige ri
chels,ook twee trappen, dus U begrijpt veel werk en
over het algemeen moesten we ons zonder hulp redden,
wat misschien wel een goede afleiding was.
Voor mij was het 'n groote teleurstelling toen het
oogsttijd werd en een buurman op ons bedrijf de rogge
moest oogsten en m'n man een baan kreegwaarbij hij
in 'n ander gedeelte van den Polder moest werken. Ik
kreeg toen altijd het idee, dat huis staat hier en het
moet bewoond worden, maar practisch hadden wij veel
beter te Slootdorp kunnen blijven.
Hoe stil het daar was,bewijst wel dat logés het,als
zij 's avonds op bed lagenangstig stil vonden.
De stad een trekpleister.
Als wij in die dagen in een stad kwamen,kon je de
drukte eigenlijk niet aan en dacht je hoe komt dat
allemaal terecht zonder ongelukken.
Een algemeen verschijnsel was,dat wij vrouwen bizon
der genoten van het winkelen in 'n stad. Dat is wel
een bewijs,als we met de leden der Boerinnen Bond
een reisje maakten, we de dames bijna niet uit Adam
vandaan konden mee krijgen.