niet echt. Tot in 1986 de mogelijkheid ontstond om in de boerderij
aan de Breedeweg te komen wonen toen vader en moeder naar de
Santmark gingen, ja, het is wel je geboortehuis.
Het was wel kleiner dan in Beverwijk en de jongens reageerden
verdeeld op het plan. Maar in 1986 verhuisden we, tijdens de
Elfstedentocht, naar Castricum.
En het is hier prettig wonen, fraai uitzicht, behalve in de periode
van mei tot september als de maïs op het land hiernaast wel tot
meer dan drie meter hoogte komt, dan is je uitzicht weg. Piet heeft
hier net als in Beverwijk een tuin, op het complex Breedeweg, het
voormalige stuk weiland van Jan van Pietje, want de tuin hiernaast
was helemaal in gebruik. Gré werkt in Alkmaar als vrijwilliger in
het Verzorgingstehuis voor Bejaarden 'De Vleugels' en ook Piet
heeft zijn bedoening sedert zijn afscheid van Hoogovens. Het bevalt
ons hier prima, we houden contact met de buurtjes, zoals de oude
mevrouw Kuijs op nummer 74 en genieten van de ruimte, hoewel je
er natuurlijk aan gewend bent.
Het is toch te hopen dat ons buurtje en de Breedeweg ook in de
toekomst zo landelijk zullen kunnen blijven".
De boerderij aan de Breedeweg (nr. 49)
De ontstaansgeschiedenis van deze boerderij is vooral door de kleine
stukjes grond en oude bebouwingen niet altijd duidelijk geweest.
Daarom eerst de situatie omstreeks 1835 die hierbij is aangegeven.
Fulps Ranke, geboren in 1768, bekende metselaarsbaas wonende in
de Kerkbuurt, kocht op 1 augustus 1806 van Maarten Groentjes een
huis genaamd 'het Klop' en erf met tuinen gelegen in sectie B en
wel een tuin: nummer 472 (groot 131 m2), een huis en erf: nummer
473 (groot 112 m2) en een tuin: nummer 474 (groot 380 m2), samen
groot 623 m2 en gelegen aan de Oosterbuurt.
In 1835 kwam het geheel op naam te staan van zijn dochter Grietje
Ranke, gehuwd met Arie Duijn, landman te Castricum. Grietje
Ranke kwam in 1858 te overlijden, waarna op 16 december 1858,
op verzoek van haar kinderen Maarten Duijn, Aaltje Duijn en
Willemijntje Stuifbergen, weduwe van Jan Duijn, een publieke
verkoping werd gehouden. Neeltje Hoefgeest, ongehuwd, afkomstig
uit Heerhugowaard, werd voor 460,- eigenaar van het huis toen
De situatie oms
De ligging aan
de Breedeweg.
genaamd het 'Klopjeshuisje' met de twee genoemde tuintjes.
In 1871 werd het huisje verkocht aan Gerrit Pietersz Gijzen uit
Heemkerk, waarna het met de omliggende grond in 1872 eigendom
wordt van Dirk Pietersz Schotvanger en 1078 m2 groot was. Hij
bouwde een huis (boerderij) en schuur en verkreeg daardoor een
nieuw kadastraal nummer: in sectie B nr. 1221.
In 1903 werd Dirk Schotvanger, bloemkweker en landman te
Castricum, de eigenaar van het huis, erf en de schuur en van de
tuin. Na enkele jaren volgde in 1911 de verkoop van het huis en de
tuin aan Theodorus (Dorus) Kuijs, bloemkweker, die woonde aan
de Breedeweg nr. 29. Hij was gehuwd met Guurtje Stuijt. In 1920
volgde samenvoeging met een stuk bloembollenland van 2170 nt2
en bouwland van 2070 m2, waardoor het geheel kwam te bestaan uit
een huis, schuur, tuin en bouwland, groot 8096 m2.
Omdat Dorus Kuijs als eigenaar niet aan zijn betalingsverplichtingen
kon voldoen van zijn in 1925 aangegane hypotheek werd op 21 april
1931 een openbare verkoping gehouden in café 'Funadama' aan de
Dorpsstraat. Hierbij werd het huis, erf en schuur aan de Breedeweg met
881 m2 grond geveild als een gedeelte van het gehele bezit, bestaande
De voorzijde van de boerderij aan de Breedeweg.
uit bouw-, wei- en tuinland ter grootte
van in totaal 23.326 m2.
De nieuwe eigenaar werd Pieter Jansz
Kuijs, veehouder aan de Burgemeester
Mooijstraat 21 te Castricum, die ook
achterliggend tuinland verkreeg,
waardoor de boerderij, erf en schuur
4285 m2 grond had. In 1953 verkocht
Pieter Jansz Kuijs de boerenwoning
met aanhorigheden, schuur, erf en
tuinland, staande en gelegen aan
de Breedeweg nr. 49 voor 8.000.-
aan Adriana Engelina Hopman,
echtgenote van Cornelis (Cor) Kuijs,
landbouwer te Castricum, zoon van
Dorus Kuijs en Guurtje Stuijt. Cor
was op 12 mei 1920 in de boerderij
geboren, was slager van beroep en trouwde in 1949 met Adriana
Engelina Hopman, geboren op 18 november 1920 te Castricum,
dochter van Adrianus Hopman en Antje Zonneveld.
Cor vertelde er over: "Ik wilde altijd bakker of slager worden en
uiteindelijk ben ik bij slager Kees Admiraal begonnen. Moeder
kocht 2 witte jasjes en voorschoten en 2 paar gele klompen en ben
begonnen, je leerde het zo maar in het werk. In 1949 kregen wij een
20