de raad voorlopig een punt achter de gaskwestie. Inmiddels is wel het nodige wantrouwen gezaaid en is het dorp verdeeld in voor-en tegenstanders. Ook de tegenstanders van opheffing van de gasfabriek zitten in de verkiezingsstrijd niet stil: huis aan huis worden pamfletten verspreid, die zijn ondertekend door enige zich onpartijdig noemende R.K. kiezers. Het pamflet geeft een opsomming van de onjuiste beweringen van Res met een toelichting van wat de werkelijkheid is. Het eindigt aan het adres van G.F. Res: "Er blijken nog steeds menschen te zijn, die het woord van Voltaire huldigen: 'Lieg er maar op los, er blijft altijd wat van hangen'!". Nog diezelfde week circuleert een tweede pamflet door het dorp, ondertekend door G.F. Res, waarin hij oproept zich niet te laten misleiden door mensen die hun naam niet durven te noemen en waarin hij stelt dat het eerder verspreide pamflet een opeenstapeling van leugens bevat om de waarheid te verdoezelen. Ook in een derde pamflet, nu namens: 'Vele R.K. Kiezers, die het met het algemeen belang goed menen' wordt een oproep gedaan aan de R.K. kiezers zich niet te laten misleiden. In dit pamflet wordt gesteld dat de zogenaamde gascommissie (G.F.Res -P.de Wildt) aan de leiband loopt van de direkteur van het gasbedrijf te Beverwijk en dat ze daarmee niet het belang van Castricum behartigt maar dat van Beverwijk. Met verwijzing naar de brief van Ir. Wirtz- direkteur van het Rijksbureau voor Brandstoffeneconomie te 's Gravenhage- aan het gemeentebestuur van Castricum, onderstreept het pamflet het voordeel van het in bedrijf houden van de eigen gasfabriek. De gaskwestie leidt tenslotte tot een scheuring in de R.K.staats- partij. De groep die zich voorstander blijft tonen van levering van stroom door het PEN en gas door Beverwijk, gaat met een vrije lijst onder aanvoering van Gerrit Res de verkiezingen in. De nieuwe gemeenteraad De nieuwe raad, die op 1 september 1931 wordt geïnstalleerd, is ingrijpend gewijzigd; van de acht zetels in de oude raad heeft de RK staatspartij er vier moeten afstaan aan de vrije groep ook wel de vrije lijsters genoemd. Naar de vrije groep zijn overgestapt uit de oude raad de raadsleden B. Res en P. Twisk, nieuw gekozen daarin zijn G.F. Res en P.M. Borst. Voor de R.K. staatspartij zijn gekozen de heren J. de Nijs. H. Hemmer, P. de Vries en C.P. Spaansen. De resterende drie raadszetels worden ingenomen door de heer T. Hellinga van de SDAP, door de heer F.J. Aukes van de Vrijzinnig Democraten (was 2 zetels) en door de heer P. Weenk van de eveneens nieuwe politieke partij CHU AR. De Vrije Groep laat geen gelegenheid onbenut om het gasbedrijf te dwarsbomen; elk verzoek om uitbreiding of verbetering van het bedrijf wordt tegengewerkt. De beide heren Res maakten vanaf 1 sept. 1931 ook deel uit van de commissie voor de bedrijven, waarin zij maximale tegenstand boden om de beëindiging van het bedrijf te bespoedigen. De meerderheid van de Raad is echter voorstander van een Gemeentelijk Gasbedrijf. Hierdoor worden de verzoeken tot het verlenen van kredieten voor uitbreidingen van het gasbedrijf uiteindelijk met een meerderheid van stemmen toch aangenomen. Grote uitbreidingen in 1932 zijn een extra gashouder met een inhoud van 1500 m1 en een verzwaring van het buizennet; de totale kosten hiervan werden geraamd op 38.500 gulden. Ook in 1933 staan grote investeringen op het programma. Voor de bouw van een nieuw type schuifkameroven wordt een krediet van 25.000 gulden aangevraagd. Op verzoek van B. Res, G.F. Res en C.P. Spaansen, als leden van de bedrijvencommissie, wordt, voordat een nieuwe oven wordt gebouwd, een deskundig onderzoek ingesteld naar de meest economische gasvoorziening voor Castricum. De geschiedenis herhaalt zich: Ir. J. Rutten, directeur van het Rijksinstituut voor Brandstoffeneconomie, komt opnieuw met de conclusie dat voortzetting van de gasproduktie in Castricum de voorkeur verdient. Zijn rapport wordt vervolgens aange vallen door De Groot, directeur der Lichtbedrijven te Beverwijk, Rutten die op zijn beurt de berekeningen van De Groot kraakt en hem als niet objectief afschildert en de vrije groep tenslotte, die zich blijft verzetten tegen het verlenen van het krediet. Hun houding wordt er niet geloofwaardiger op wanneer op 10 okt. 1933 een brief van Hoogovens in de Raad wordt behandeld, waarin wordt erkend dat er een foutieve berekening van de calorische waarde van het gas van Castricum was uitgevoerd, waardoor gaslevering van Beverwijk voorde liger leek dan in werkelijkheid. Om de onrust bij de plaatselijke bevolking weg te nemen verschijnt op initiatief van het Gemeentebestuur in december 1933 een uitvoerig bericht in de krant over de gaskwestie, waar in wordt toegelicht dat eigen produktie sterk de voorkeur verdient. Afbeelding 20 De grote gashouder gebouwd in 1932 met een inhoud van 1500 m'. 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1991 | | pagina 17