gaardsdijk
oornmolen-
erszoon gaf
ngebouwde
anderen.
:t recht van
ht. De am-
;ld in dat er
lens binnen
gericht. Bo-
p de molen
e ook geen
erzoek is er
olen te vin-
ip de koren-
:n verkoopt
tte nog een
ïrlijden van
de erfgena-
cht aan Da-
fde persoon
van 19 jan.
leze datum
en huis voor
n moet nog
;rfgenamen
heek op de
ambachts-
'Windkeij-
het molen
gulden. De
ïolenaar' in
in een ver
van 3 bun-
ïlijk niet zo
tegen hem,
elis Crijnen
jammer ge-
\rchief niet
er iets over
:nde goede-
elatief zeer
erderij met
>r de molen
n aan Nico-
n - van Cor-
rpand heeft
lentien van
or de wind,
Arjen Ven-
Afbeelding 2
De reeds vele jaren geleden afgebroken achtkante korenmolen te
Limmen; de Castricumse molen gebouwd in ongeveer dezelfde
periode zal waarschijnlijk van hetzelfde type zijn geweest.
nick (eerder Fennix genoemd) de molen met het huis en de boet
voor 2500 gulden aan Mr. Joan Geelvinck, die in 1764 de am-
bachtsheerlijke rechten van zijn vader Nicolaas had geërfd.
De toenmalige schout Joachim Nuhout van der Veen als ge
machtigde van Joan Geelvinck verkoopt op 10 sep. 1797 het
molenaarshuis en de molen voor 1000 gulden aan Cornelis
Struive uit Alkmaar. Dat Cornelis Vennick nog steeds de mole
naar is blijkt uit een acte van borgtocht in 1798, waarbij Cornelis
Schrama en Albert Knaap zich voor 500 gulden borg stellen ten
behoeve van het Gemeene Land (de overheid): "Om daarvan te
kunnen verhalen zodanige boetens welke onverhoopt door
fraude van voornoemde molenaar, zijn knegts of iemand van zij-
nentweegen, mogten worden begaan".
Cornelis Struive verkoopt op 9 juni 1802 dit bezit voor 700 gul
den aan de molenaar Ernst van Essen. Ernst heeft nog 3 broers:
Cornelis, Jan, Pieter en een zus Maartje. Deze Cornelis krijgt op
4 juli 1804 in Castricum recht van inwoning. In 1805 koopt Ernst
van Essen ter vergroting van zijn erf van Jan en Cornelis Groen
uit Zaandijk en Jan Kok uit Heemskerk een stuk land van 105
roeden; dit is een gedeelte van de Zeilven dat grenst aan zijn erf.
Na het overlijden van Ernst van Essen verkopen zijn broers en
zuster op 2 apr. 1806 hun aandeel in de erfenis aan hun broer Ja-
cob; die verkoopt het op zijn beurt weer op 1 mei 1810 aan zijn
broer Cornelis van Essen. Cornelis heeft dan een schuld aan zijn
broer Jacob van 799 gulden en aan de Gereformeerde Diaconie
van Castricum van 399 gulden.
Het einde van de korenmolen is nabij; op 21 juli 1812 verkoopt
Cornelis van Essen de koren - of meelmolen, het erf en een stuk
je land - de Zeilven geheten - voor slechts 413 gulden aan Her-
manus Beugeling, timmerman en wagenmaker uit de Kerk
buurt.
Kort daarop wordt de molen afgebroken, want op 19 aug. 1812 is
er een openbare verkoping van de materialen, die zijn overge
bleven na afbraak van de korenmolen.
Op afbeelding 3 is de situatie geschetst bij de aanvang van het
Afbeelding 3
De situatie omstreeks 1830.