18 augustus 1881 10 september 1881 Anthonie Reijnders is op 66-jarige leeftijd overleden. Hij is niet minder dan 36 jaar de heel- en vroedmeester van Castricum geweest. Na het overlijden van dokter Bernardus Res in 1845 was hij naar Castricum gekomen. Reeds in februari 1881 is door zijn slechte gezondheidstoestand de 25-jarige dokter Pieter Stolp hem komen vervangen. Tot 1905 zal Pieter Stolp de geneeskunst in Castricum beoefenen. 4 september 1881 Van de heer Jan Holland komt het verzoek voor de aanleg en exploitatie van een stoomtramlij n vanaf het station Castricum naar de grens met Egmond Binnen, daar aansluitend op het baanvak Egmond Binnen - Bergen, voor welke lijn eveneens vergunning is aangevraagd. De heer Holland heeft zich voorge steld om: een smal spoor te maken van 1 meter breed, over de zandweg (Mient) lopende vanaf het station parallel aan de spoorlijn richting Alkmaar tot aan de rijweg van Castricum naar de Egmonden buigende aldaar om over de spoorweg (Vinken- baan) om vervolgens op de oostelijke berm te continueren. overal de verharde weg vrij te laten behalve daar waar zulks onvermijdelijk is. niet met een hogere snelheid dan 15 km per uur buiten en dan 6 km per uur binnen de kom der gemeente te rijden en door bellen de nadering der tram aan te kondigen. de locomotieven van dezelfde constructie en model als algemeen bij stoomtrammen worden gebruikt in te zetten en te stoken met cokes. het houtgewas langs de weg zoveel mogelijk te vermijden door daar waar de ruimte zulks toelaat de weg achter langs de bomen om te leggen. in de kom der gemeente gebruik te zullen maken van ver zonken rails, daarbuiten van "vignola"rails. De heer Holland schrijft verder dat hem "sinds jaren in - en met deze streken bekend, is gebleken hoe stiefmoederlijk deze prachtige streek tot heden met vervoermiddelen bedeeld is, hoe met verlangen naar communicatie met de Egmonden en Bergen wordt uitgezien en de bijna algemeene wensch der bewoners zich uit in de woorden, hadden we maar een stoomtram dan zou 't wel beter gaan. Adressant durft dus met vertrouwen de vergunning van de aangevraagde lijn te verzoeken, omdat ze welvaart zal verspreiden, 't postwezen en goederenvervoer beter zal worden, de afstanden doet verdwijnen, Castricum- Egmond Binnen en -Zee-Bergen één maakt, 't verkeer doet toenemen/want waar de gelegenheid is zijn ook de menschen/ 't welk de gemeente doet bloeijen. Castricum zoo lief gelegen, historisch beroemd door den bloedigen veldslag in 1799 in hare nabijheid geleverd, Egmond a. Zee als badplaats zoo aanbe volen, doch bij gebrek aan communicatie zoo weinig bezocht. Bergen beroemd door buiten - zoowel als inlanders; kortom die streek waar eens 't geslacht der Kaninefaten zich vestigden, die streek zoo schoon en toch zoo onbekend zal aan die onbekendheid ontrukt en door duizenden bezocht worden door middel van den geest des tijds, de stoom". Op 19 oktober 1881 verleent de gemeenteraad goedkeuring voor de exploitatie van een stoomtramweg langs de Bakkum- merstraatweg, mits de weg wordt aangelegd vanaf vóór 1 januari 1882 tot november 1882. Holland gaat hiermee akkoord maar zegt tevens, dat hij nog niet de goedkeuring binnen heeft van de Hoge Erfgenamen van wijlen Z.K.H. Prins Frederik op het verzoek om over de oude weg lopend door de duinen van wijlen Z.K.H. te mogen. Er is een brief ontvangen van de schoolopziener van het lager onderwijs in het district Haarlem met daarin opgenomen het lesrooster voor de school. We kunnen hierin zien dat de kinderen 25 uur per week les hebben. De schoolopziener (tegenwoordig inspecteur) geeft B. en W. in overweging om herhalingsonderwijs in te voeren voor die kinderen, die reeds de lagere school hebben doorlopen. Dit onderwijs zal dan gegeven moeten worden telkens 2 uur op 4 avonden in de week gedurende de maanden november, december, januari, februari en maart. 12 september 1881 Na het verzoek voor een stoomtramlijn komt ruim één week later een verzoek van C. de Groot uit Egmond aan Zee, die zich met drie andere compagnons hebben verenigd in de Kennemer- lander Tramway Compagnie tot het aanleggen en in exploitatie brengen van paardetramlijnen. Zij geloven dat het noodzake lijk zal zijn een lijn aan te leggen van Egmond aan den Hoef langs Rinnegom, Egmond Binnen, Bakkummerduin naar het station van Castricum. 19 oktober 1881 In de gemeenteraad is het voorstel aan de orde om de kosten van het zogeheten vergunningsrecht van 20 gulden voor elke honderd gulden huurwaarde te verhogen naar 25 gulden. Dit recht geeft vergunning tot het uitoefenen van de kleinhandel in sterken drank. De burgemeester is voorstander van de prijs verhoging, terwijl de meerderheid van de gemeenteraad vindt dat de kasteleins dan teveel moeten betalen en daarom het voorstel afwijst. Het voorstel is een uitvloeisel van de wet, die op 28 juni van dit jaar van kracht is geworden en bepalingen inhoudt tot regeling van de kleinhandel in sterke drank en tot beteugeling van de openbare dronkenschap. Zo worden de kosten met 25% verminderd voor die herbergier die schriftelijk verklaart tussen zaterdagavond 6 uur en maandagmorgen 6 uur geen sterke drank te verkopen noch te schenken. De huurwaarde van de lokaliteit waar de sterke drank wordt verkocht, wordt jaarlijks door deskundigen vastgesteld. In de raadsvergadering wordt tenslotte een uitgebreide verordening betreffende de drankwet vastgesteld. 15 november 1881 Door de Commissaris des Konings is op voordracht van de burgemeester van Castricum tot veldwachter van deze gemeen te benoemd de heer Jan Beusman op een jaarwedde van 330 gulden per jaar te voldoen uit de gemeentekas. Jan Beusman volgt hiermee Cornelis Bakker op, die op 13 september 1881 op 68-jarige leeftijd is overleden en ruim 30 jaar de gemeente als veldwachter heeft gediend. Voor de kandidatuur van Jan Beusman heeft dominee P.A. van der Laan een aanbevelingsbrief aan de burgemeester gericht. Omdat dit briefje de geest van die tijd goed weergeeft, wil ik dit hierbij graag onverkort weergeven: "Jan Beusman ken ik sedert jaren van eene goede zijde en geloof zeker dat er in de gemeente van Castricum geen beter en geschikter persoon voor die betrekking te vinden zou zijn. Hij is een gepasporteerd militair, bezit een goed voorkomen en flinke houding dusdanige hoedanigheden om ontzag in te boezemen, kan redelijk wel schrijven zoodat hij bij eenige oefening spoedig in staat zou zijn om desgevordert zelf proces verbaal op te maken. Hij is getrouwd met eene zeer nette en propere vrouw, woont midden in het dorp, behoort niet dadelijk tot wat men noemt 38

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1982 | | pagina 38