*4.
gemeenteraadsverkiezingen, maar het is duidelijk een onhoud
bare toestand.
Op 28 mei verzoekt Hermanus Zaalberg aan de gemeenteraad
om te worden ontslagen als burgemeester en secretaris, welk
verzoek in de raadsvergadering van 5 juni, waarin alle
raadsleden met uitzondering van Zaalberg weer zijn versche
nen, wordt ingewilligd, behoudens uiteraard de goedkeuring
van Zijne Majesteit de Koning.
Per 1 juli krijgt de burgemeester eervol ontslag. Bij de
gemeenteraadsverkiezing die op 8 juni wordt gehouden,
worden dezelfde raadsleden, die eerder officieel hun ontslag
hebben ingediend, weer herkozen.
Als opvolger van Zaalberg wordt per 1 juli tot burgemeester
van Castricum benoemd Carel Hendrik Moens, geboren in
Kampen en op dat moment nog ongehuwd en wonende in
Brummen (Gld.). Hij neemt zijn intrek in de woning van
hoofdonderwijzer Ludewig.
In zijn afscheidsbrief aan de raadsleden wenst Hermanus
Zaalberg zijn opvolger een betere toekomst toe; verder schrijft
hij: "Moge meerdere eerbied voor de wetten en eene hoogere
achting voor het Hoofd der Gemeente U voortaan bezielen,
dan eerst zult gij U Mijneheeren! over uw gehouden gedrag
jegens mij vernederen. Dan eerst zult gij de belangen van de
Gemeente beter behartigen, dan gij tot hiertoe deed. Ik
veroordeel U niet - God oordeele tusschen U en mij. Hij
behoedde verder de Gemeente van Castricum, die ik reeds lief
had gekregen en die betere Raadsleden waardig is".
Dieper liggende oorzaken
De aanleiding voor het vertrek van Hermanus Zaalberg is de
gang van zaken rond het stationsplein. De oorzaak ligt echter
naar mijn idee veel dieper. Zaalberg is een man die zeer veel
waarde hecht aan eerlijkheid, orde, gezag en naleving van de
wet. Wij komen dat niet alleen in zijn handelwijze tegen, maar
ook in zijn brieven aan enkele inwoners. Zo schrijft hij o.a.:
"de burgemeester van Castricum zal zooveel in zijn vermogen
is waken dat de gemeentenaren zich aan wet en orde
gewennen" en een andere keer "om te waarderen dat de
afb. 3 Beijerslust te Heemskerk omstreeks 1842
Burgemeester de wet en de orde weet te handhaven en te
handelen in de moeilijkste gevaren, al is het ook dat hij
schijnbaar alleen staat. Met God in het oog, met de wet in de
hand en een rein hart trotseer ik alles en allen".
Door zijn rechtlijnigheid en scherpslijperij maakt hij zich niet
bepaald geliefd. Bij meerdere inwoners heeft hij de grenzen van
hun eigendommen weer naar de oorspronkelijke toestand laten
brengen, waardoor de wegen en sloten verbreed konden
worden. Door beheer en administratie van gemeente, armbe
stuur en Castricummer polder drastisch te reorganiseren heeft
hij veel tegenstand moeten overwinnen. We zien zijn dalende
populariteit weerspiegeld in de stemmingen in de gemeenteraad
over een vergoeding van zijn reiskosten, die hij als secretaris
maakt tussen zijn woonplaats Heemskerk en Castricum. Op 16
september 1868 wordt na zijn benoeming een vergoeding van 50
gulden per jaar door de raad voor 1869 goedgekeurd. Bij zijn
verzoek op 17 februari 1869 om over het afgelopen jaar de
vergoeding te ontvangen, staken de stemmen; bij een
herstemming op 21 april wordt zijn verzoek afgestemd met 2
voor en 4 stemmen tegen.
Waarschijnlijk heeft ook wethouder Cornelis Mooij, die zelf
ook begin 1868 had gesolliciteerd naar de opengevallen
burgemeesterszetel, een belangrijke rol gespeeld in het vertrek
van Zaalberg. De samenwerking tussen Mooij en de burge
meester is uitermate slecht. De handelingen van de wethouder
worden door de burgemeester in een aantal brieven aan de
wethouder, telkens afgekeurd.
In de raadsvergadering van 10 mei 1869 komt dit meer in
de openbaarheid bij de behandeling van de sollicitanten voor de
post van hulponderwijzer, waarbij wethouder en burgemeester
over de gevolgde procedure lijnrecht tegenover elkaar staan.
Ook de verpachting van het viswater van de Castricummer-
polder, welke door de wethouder wordt gepacht en die hij nu
opnieuw voor de komende periode wil pachten tegen een
onderhands vastgesteld bedrag, wil de burgemeester in het
openbaar aan de hoogste bieder verpachten.
Mooij en Rommel moeten we als de initiatiefnemers zien om
als raad collectief ontslag te nemen.
Burgemeester van Heemskerk
Hermanus Zaalberg is vanaf dezelfde datum op 21 januari 1868
ook tot burgemeester van Heemskerk benoemd. Ook hier blijkt
al spoedig dat hij zijn ambt met nauwgezetheid wil vervullen
en zich strikt aan de wet wenst te houden. In een plattelands-
t
25