De potscherven Eerder in dit verslag werd al vermeld dat er ook potscherven werden gevonden. Na reiniging en droging bleken de scherven hard van kwaliteit en nagenoeg oranje/rood van kleur te zijn, terwijl het inheemse aardewerk toentertijd overwegend ge smoord werd gebakken waardoor het z'n grijsbruine, oker- kleurige tint verkreeg. afb. 7 De binnenzijde van een in stukken gebroken randfragment tijdens de opgraving Aan elkaar geplakt leverden de scherven een groot gedeelte van een pot op met een diameter, gemeten aan de binnenkant van de rand, van ongeveer 35 cm. Er zijn aanwijzingen waardoor we met recht kunnen spreken van een "misbaksel". De pot moet asymmetrisch van vorm geweest zijn. De kromming van de wand naar de bodem is niet overal gelijk, waardoor de bodem zich niet in het midden van de pot bevonden kan hebben, een nadeel voor de stabiliteit. Voorts kunnen we de veronderstelling uitspreken dat de pot tijdens het bakproces is gebroken. De eerste aanwijzing daartoe vormt de rand (zie afb. 8). Tot aan de vertikale breuk is de rand, links op de foto, donkergrijs, terwijl het andere gedeelte, rechts op de foto, helder oranje/rood van kleur is. Zo'n sterk begrensd kleurverschil is alleen mogelijk als de pot al tijdens het bakken is gebroken en de delen het bakproces in verschillende omstandigheden (meer of minder zuurstoftoetreding) hebben ondergaan. De breukvlakken zelf vormen de tweede aanwijzing voor deze veronderstelling. Scherven kunnen weer sluitend aan elkaar gevoegd worden als de breukvlakken met elkaar in overeen stemming zijn. Hoewel van verschillende scherven de profielen van de breukvlakken met elkaar in overeenstemming waren konden die toch niet goed sluitend samengevoegd worden. Dit was ook het geval met de scherven die aansluiten op de vertikale breuklijn die eveneens het kleurverschil markeert. Doordat de pot was gebroken werd daarmee ook de spanning van het geheel opgeheven. Daardoor verkregen tijdens het bakproces verscheidene scherven een iets andere kromming t.a.v. de overige scherven, het breukprofiel kon daardoor bij de restauratie niet goed meer in elkaar sluiten. Zo kunnen we met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid konkluderen dat deze pot niet het gebruik heeft gekend waarvoor de maker deze bedoeld had. Samenvatting De opgravingsresultaten stellen ons niet in staat om tot een rekonstruktie van het geheel te komen en een stellige uitspraak te doen over de gebruiksfunktie. De enige mogelijkheid om meer duidelijkheid te verkrijgen moet gezocht worden in het vergelijken met overeenkomstige vondsten elders. Zoals reeds werd vermeld zijn vergelijkbare vondsten bekend en door dhr. A. Schermer beschreven. Treffend zijn de overeenkomsten, maar zij leveren geen aanvulling op de Castricumse vondsten. Ik heb nog niet het juiste spoor kunnen ontdekken die vergelijking met andere vondsten mogelijk maakt. Toch is het onbevredigend te moeten volstaan met het beschrijven van het vondstmateriaal alléén. De verscheiden heid van het materiaal is uitnodigend genoeg om te overdenken in welke opzichten de vondsten met elkaar verband houden. Ik kan het dan ook niet nalaten mijn gedachten daaromtrent te verwoorden en mij te wagen aan een voorzichtige uitspraak over mogelijke gebruiksfunkties. Met zekerheid kunnen we vaststellen dat al het gevonden materiaal met vuur in kontakt is geweest en voldoende gehard is geworden, waardoor deze resten van menselijke bouwakti- viteit in de le-3e eeuw vele eeuwen lang in de bodem bewaard zijn gebleven. De waarschijnlijkheid is zeer groot dat het opgravingsmate riaal, gevonden in dezelfde opgravingsput, inderdaad met elkaar verband houdt en er niet zondermeer gesproken kan worden van een "afvalkuil". Bij het beschrijven van de kleibrokstukken met de touwindruk- ken werd verondersteld dat dit wandfragmenten konden zijn van een bouwsel van een behoorlijke omvang. De gebogen vorm van deze brokstukken deed denken aan restanten van b.v. een vaste voorraadkuip. De aanwezigheid van kleibrokken met cilindervormige gaten, de kleirichels en het roodbakken aardewerk van een misvormde pot roepen echter twijfels op over de hierboven veronderstelde gebruiksfunktie. Het blijkt niet goed mogelijk voor deze fragmenten een funktie te bedenken die met een voorraadkuip in verband kan worden gebracht. De brokstukken met cilindervormige gaten zouden kunnen duiden op een "rooster", samen met de andere brokstukken, de restanten vormend van b.v. een bakoven. Hoe de kleirichels aan deze hypothese toegevoegd kunnen worden blijft een open vraag. Het enige dat hierover vast te stellen valt is dat deze richels ergens op vastgehecht zaten. afb. 8 ,,Een misbaksel van een pot" 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1982 | | pagina 19