Bouwfragmenten uit de le - 3e eeuw
Opgraving aan de Boogaertsweg [1969]
Inleiding
Vanaf 1966 werden graafwerkzaamheden, ten behoeve van de
aanleg van riolering en wegen, voor het bouwrijp maken van
het gebied Molendijk-zuid, door de heer D. v. Deelen met veel
aandacht gevolgd. Als toenmalig korrespondent van de R.O.B.
(Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek) was hij op
zoek naar sporen van vroegere bewoning. Zijn speurzin leidde
tot het verzamelen van vele kilo's scherfmateriaal uit de le-3e
eeuw na Chr., waarmede bewoning uit die tijd onomstotelijk
vastgesteld kon worden. Een van de lokaties waar zich een
belangrijke schervenkonsentratie voordeed was het gebied
tussen de Boogaertsweg en de Geesterduinweg. Dit was voor de
nog prille werkgroep "Oud Castricum" aanleiding om daar, op
aanwijzing van de heer Van Deelen, de spade voor een nader
onderzoek in de grond te steken. Na het maken van enkele
proefgaten werden wederom bewoningssporen aangetroffen.
Het is beter te spreken van een verkennend onderzoek omdat
met de gevolgde opgravingstechniek geen volledig of nauw
keurig onderzoek bereikt kon worden. De enige middelen die
we tot onze beschikking hadden, waren de meegebrachte
spaden. Slechts een klein oppervlak kon daardoor onderzocht
worden. Bovendien was het doel teveel gericht op het
verzamelen van tastbaar materiaal waardoor andere bewo
ningssporen, zoals grondverkleuringen en geologische fakto-
ren, onvoldoende aandacht kregen.
Toch heeft dit onderzoek gelukkig plaats gehad. Er waren geen
alternatieven tot een beter onderzoek en geen onderzoek
betekende het voorgoed verloren gaan van kennis omtrent de
archeologische bijzonderheid van dit gebied. Veel doorzet
tingsvermogen was nodig bij de verwerking van het gevonden
archeologisch materiaal. De resultaten zijn echter belangwek
kend genoeg voor het schrijven van dit artikel.
De opgraving
Tegenover het bejaardencentrum "De Boogaert" werd een kuil
gegraven. Opvallend waren de vele, op hutteleem gelijkende,
brokstukken die daar werden aangetroffen. Hutteleem blijft
alleen in de grond bewaard als het zodanig met hitte in
aanraking is geweest dat het materiaal enigszins werd
gebakken. Ook met de hier gevonden brokstukken moet dit het
geval geweest zijn, al was de gelijkenis groter met zwart/grijze
kluiten waaraan het vochtige zand verkleefd zat.
afb. 2 Enkele gevonden brokstukken in situ.
De verleiding was erg groot om aan dit materiaal geen aandacht
te besteden en het maar achteloos weg te werpen. Toch werd
besloten de brokstukken te verzamelen. Zo werd ongeveer 33
kg van dit materiaal verkregen. Naderhand werden de
brokstukken schoongemaakt, waardoor dit materiaal voor
verder onderzoek toegankelijker werd. De konklusie was dat
we zeer zeker met bouwfragmenten te maken hadden. In
dezelfde kuil werden eveneens potscherven gevonden.
afb. 3 In de grond samengedrukte potscherven
16