verbijsterd af waarin toch dat pittige, dat kernachtige bestaat en hoe het komt dat dezelfde elementen, deuren, vensters, muren, daken in oude samenvoeging zoveel meer te vertellen hebben en in de nieuwe combinatie zo dikwijls stom en zielloos voor ons staan. Hoe komt het dat de simpelste oude deur soms een vertrouwelijke gestalte heeft die ons dadelijk sympathiek aandoet en daar tegenover de meest bestudeerde moderne woning ingang ons volkomen koud laat of dikwijls nog in hoge mate onsympathiek is". Jan Stuyt werkte het door de gemeenteraad gekozen schets ontwerp uit en stelde een bestek samen. In de raadsvergadering van 28 december 1910 werd mededeling gedaan van de uitslag van de gehouden inschrijving. Laagste inschrijver was Jacobus Res voor een bedrag van 9.490,-. Jacobus Res was een zoon van Johannes Res die het raadhuis in 1869 bouwde. Op 22 februari vond de laatste vergadering plaats in het oude raadhuis. Burgemeester Mooy sloot de vergadering met de op merking dat aan het oude gebouw vele herinneringen, zowel aangename als minder aangename, achterblijven. De voorzitter hoopte echter dat veel aan de vergetelheid zou worden overgelaten, van hetgeen misschien minder goed was gegaan, ondanks de goede wil. Hij stelde voor nog een foto van het gebouw te laten maken en daarmee was de raad het geheel eens. Op 27 april 1911 legde burgemeester Mooy de eerste steen van het nieuwe raadhuis, (afb. 7). De eerste raadsvergadering in het nieuwe gebouw vond plaats op 16 november 1911. Burgemeester Mooy feliciteerde de raad en bracht hulde aan architect, opzichter en aannemer. Hij sprak de wens uit: „dat het gebouw moge blijven waarvoor het thans wordt beschouwd een sieraad voor de gemeente". ;y /.DHU15— CAS' afb. 7 Gevelsteen in het raadhuis met het jaartal van de bouw. Verbouwing Hoe het raadhuis er oorspronkelijk heeft uitgezien en hoe het was ingedeeld zien we aan de bouwtekeningen van Jan Stuyt (afb. 8 en 9). Voor de secretarie was er nog maar weinig ruimte nodig. In 1933 hadden daar secretaris N.A. van Lunen, le ambtenaar G. Louter en de heren W. J. Driessen, N. de Nijs, H. Nielen en H. Koelman een plaatsje. Gemeenteopzichter G. Slop, die in 1915 een vaste aanstelling had gekregen, had geen kamer, maar hij kwam dan ook maar 1 x per week op het kantoor. Gemeentewerken bestond verder nog uit 2 werklieden Wulp en Stroomer. Het gemeentehuis werd tevens bewoond door hoofdonderwijzer Zinkweg, terwijl ook de gemeenteveldwachters P. Bleyendaal en J. Tol er hun bureau hadden. VOORGEVEL. afb. 8 Originele bouwtekening van de voorgevel van het raadhuis. Burgemeester Lommen (afb. 10) luidde, wat betreft de ruimte voor het gemeentelijk apparaat, in 1936 de noodklok. Hij schreef een nota waarin hij stelde dat de werkruimte sinds de bouw van het raadhuis, toen de gemeente 3200 inwoners telde nauwelijks was aangepast. Nu de gemeente dan 6700 inwoners telde is uitbreiding noodzakelijk. De bureaus van de gemeente ontvanger, de werklozenzorg en het bureau van de gemeente opzichter zijn noodgedwongen op de raadzaal ingericht en dat kan niet langer. De burgemeester stelde voor om de onderwijzerwoning, bewoond door veldwachter Tol, omdat meester Zinkweg een woning had gekregen bij de nieuwe centrale openbare lagere school in Bakkum, bij het raadhuis te betrekken. De verbouwing, op de meest zuinige manier uitgevoerd behoefde niet meer dan 6.000,- te kosten. Omdat door de uitbreiding van het aantal raadsleden toch nieuw meubilair nodig was, kon het oude meubilair voor de ambtenaren worden gebruikt. Als laatste argument stelde hij dat deze tijd van werkeloosheid zeer geschikt was om te trachten de arbeidsmogelijkheden van de inwoners te vergro ten. De raad nam het voorstel over. In het bestek werd een bepaling opgenomen, waarbij de aannemer werd verplicht 100% Cas- tricummer werklieden te werk te stellen, d.w.z. die op de dag van de gunning minstens 1 jaar in de gemeente Castricum woonden. Hiervan werden eventueel uitgesloten de aannemer met eigen zoon. Het werk kon op 2 september 1936 toch aan een Castricumse aannemer, J. A. Nootebos, worden gegund. 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1982 | | pagina 12