r
Het regthuys van Bakkum heeft ongeveer gestaan op de plaats
van de tegenwoordige splitsing Achteriaan/Heereweg. Het
oude regthuys zou in de 17e eeuw zijn ingericht in de vroegere
Cunera-kapel. In het Aardrijkskundig woordenboek van Van
der Aa uit 1840 lezen wij:
"Voor onderscheidende eeuwen is hier een kapel gesticht, die
nog in wezen is maar reeds meer dan een eeuw tot gemeentehuis
ingericht werd".
De Cunera-kapel werd in de 14e eeuw gebouwd door Willem V
uit dankbaarheid voor een gewonnen zeeslag. Tot de samen
voeging van Castricum in 1812 heeft dit gebouw of althans een
gebouw op die plaats dienst gedaan als regthuys. In een
beschrijving van de ambachtsheerlijkheid Backum van de hand
van de heer L.J.A.B. Braakenburg wordt vermeld dat het
nadien nog lange tijd door de gemeente als woonhuis werd
verhuurd. De gemeenteraad van Castricum besloot op 29
januari 1873 het voormalig raadhuis met erf openbaar te
verkopen. Van het perceel werd het gemeentelijk schuthok
(voor het tijdelijk onderbrengen van loslopende vee) uitgeslo
ten.
Op 19 maart 1873 werd Dirk Bruin wonende te Castricum de
nieuwe eigenaar voor een bedrag van 606,-.
Het raadhuis van 1869
Kort na zijn benoeming in Castricum pleit burgemeester
Zaalberg voor een spoedige nieuwbouw van het raadhuis.
In een brief aan gedeputeerde staten van 25 september 1868
vraagt de burgemeester een subsidie van 1.650,- voor het
herstel van de onderwijzerswoning. Hoe slecht dat gebouw dan
wel is blijkt duidelijk uit deze brief. De burgemeester wees er op
dat door de slechte staat van daken, goten en muren het zich
daarin bevindende archief niet kan worden gevrijwaard voor
lekkages.
Daarenboven is de zogenaamde raadkamer een lokaal dat niet
alleen "afzigtelijk" maar ook ontredderd en te klein is.
Het archief ligt in een krib opgeborgen onder de pannen van
een laag afdak, waar men niet rechtop kan staan en dat lokaal
is zo vermolmd, dat het schoonmaken slechts zeer korte tijd
effect sorteert.
De burgemeester besluit zijn brief met de conclusie dat het
gebouw zo bouwvallig is dat hij een kamer zal moeten huren bij
een ingezetene, teneinde behoorlijk zijn dienstwerk te kunnen
volbrengen en om het archief dat nog in zeer verwarde en
ongeredderde toestand is, te vrijwaren van verdere beschadi
ging door "lellingen en motvreterijen".
Hoewel het subsidieverzoek wordt afgewezen, besluit de raad
toch op 25 november 1868 een plan tot herbouw van raadhuis
en onderwijzerswoning in principe te aanvaarden.
Plan en bestek zijn ontworpen door de timmerman J. Res en de
metselaar C. de Groot, beiden wonende te Castricum.
Uit de notulen van de vergadering blijkt, dat burgemeester
Zaalberg de raad erop heeft gewezen dat het plan voor de
verbouwing al voor de aanvaarding zijner bediening was
opgevat, zodat aan hem de eer van het initiatief niet toekomt.
Hij verklaarde hoogst ingenomen te zijn met het denkbeeld en
voorstander van de bereiking van de nieuwbouw, zowel tot
sieraad van de gemeente als tot bekoming van een beter lokaal
voor de vergadering van de raad als voor zijn eigen arbeid en
tot betere bewaring en instandhouding van het archief.
Ook zou hij het toejuichen, om bij de verkiezingen niet langer
de toevlucht te moeten nemen tot de herberg, een plaats die niet
voegt voor dergelijke openbare gelegenheden.
afb. 5
Raadhuis gebouwd in 1869. Rechts daarvan staat de in 1854 ge
opende openbare lagere school.
Op 23 december 1868 besluit de raad met algemene stemmen
definitief goedkeuring aan het plan te verlenen en over te gaan
tot onderhandse aanbesteding en daartoe uitsluitend werkba-
r.-.
t
10