-14-
C
20.
23. J
26.
20
1690
Folio 35 uit het scheepssoldijboek van de ‘Niedorp’ met de gegevens van Luitje Gerrebrants van H
D
Harlingen, ‘siek te kooij
22.
Op 30 juli werd aan boord de ‘naergelaten plunderagie’ van matroos Hendrik Isaax
overlijden aan haar ‘voordogter’ Trijntie Zietjes. Luijtje
Van zijn nagelaten ‘plunderagie’ werd meteen
Op 1 oktober bereikte de ‘Niedorp’ Kaap de Goede Hoop en een dag later arriveerden
ook de ‘Maas’ en de ‘Waterland’. Op 28 oktober werd het anker
Kaap naar Batavia waar de ‘Maas’ op 5 januari 1691 voor anker ging. De beide
n
n
Toi
k
bsz
n
n
b
der
n
n
n
ti mmermansj
de
matroos,
n
matroos,
n
n
n
n
n
itsz
n
n
n
de
der
scheepsj
n
u,
n
maakte
matroos
n
zijn
enige
rittie
tot
n
bij
g.
inventaris
i tabak
brengst
juii gingen
de drie
anker bij
verleden
juii,
ut
net
n
p
nadat ze de
ata
andere schepen arriveerden
p
elkaar gebleven.
scheepsjo
Rutg
ondertimmerman,
21. Dirck J
scheepsj
Pieter J ansz
peiring v
Abrahamsz
Arentsz
scheepsjo
Pree
Van
Aalsmeer,
VOC-schepen
ndertimmerman,
Velde
Luijtje
Gerrebrants
Gent,
Jansz
28. tot en
Amsterdam,
Kaap
Corn
Amsterdam,
76. Gerrit J ansz
Amsterdam, scheepsj
Amsterdam, o
Dirksz
Bremen,
Amsterdam,
Riepen,
Grittie Hendrix
Amsterdam,
27. Hans
ndertimmerman,
24. Barent S
25. Carel
nr. 2
messen, openbaar
was 36:12:--.
matroos,
ngen, 73.
Tol
Amsterdam, scheepsj
ngen, 74. Alewijn Da
Amsterdam,
i 77 Willem
H i sto risch Niedorp,
(Num mer to egang 1.04.02, inventarisnum mer. 5377, fo lionum mer. 35)
Kaap Verdische eilanden hadden verlaten.
met 71.,
N
ondertimmerman,
Ariaen Teunisz v
benoemd tot botteliersmaat,
H
matroos,
matrozen, 72. Pieter Reijndersz
Amsterdam,
ngen, 75. Casparus
G
Kaap Verdische eilanden.
Breehout van Naarden verkocht voor 14:18:--. Hij was overleden op 25
n de
erfgenaam zijn wettige
die tijd waren de drie schepen dus bij
inform atieblad 201 9
San Tiag
bestaande uit wat kleding,
16 tot 21
pgemaakt, waarna de spullen,
6 januari 1691. Al
Op 20 juni
leggende’,
Harlingen
Gerrebrants overleed diezelfde dag n
oJÖ V f- i g*c
-too)
r L -f /W y V- 7p
10 f a.3-