schout klonk dat alles als een uitdaging, hij dreigde de onwilligen met een boete van
17 pond per persoon en schreef meteen een brief naar de Staten om hulp te ontvangen
van de landdrost en van een rotmeester met zijn assistenten. De Staten beloofden dat
de rotmeester uit Alkmaar met zijn dienaren op zondag 21 oktober voor zevenen in
Oude Niedorp zou zijn om de bevestiging van Jacob Lauris te beletten. Havick van
Vollenhove, de zoon van de schout, begaf zich vroeg in de ochtend op weg naar Oude
Niedorp met een schrijven van zijn vader, waarin het de Oude Niedorpers werd
verboden om Jacob Lauris aan te nemen en te bevestigen.
Als ze dit weigerden dan zou de kerk gesloten blijven totdat de Staten anders zouden
beslissen. De landdrost Adam Hinderduyn (een landdrost of drossaard was een
Nederlands bestuursambtenaar, die een bepaald gebied bestuurde) zou de sleutels van
de kerk invorderen en deze op slot draaien en 'alle insolentiën ter contrarie' beletten.
Maar Hinderduyn was bij Havicks aankomst in Oude Niedorp nog in geen velden of
wegen te zien, maar bij de kerk had zich al een grote menigte verzameld en toen het
uur van de kerkdienst naderde en landdrost Hinderduyn en de rotmeester met zijn
manschappen nog niet waren gearriveerd, toen nam Havick in zijn wanhoop het laatste
middel te baat dat hem overschoot en 'occupeerde den inganck van de predickstoel'
Lang kon Havick de preekstoel niet bezet houden want zijn tegenstanders drongen
steeds meer op. Hij moest het veld ruimen en de kerk aan zijn tegenstanders laten.
Waarom waren de rotmeester en Hinderduyn niet op komen dagen?
Schip aan de grond
Wel, toen ze op zondagmorgen vroeg van Alkmaar afvoeren en op de Heer-
Hugowaard waren gekomen (destijds nog een meer) waren zij met hun schip aan de
grond geraakt en vast blijven zitten, totdat ze eindelijk met een aantal vaarbomen weer
vlot raakten. Maar toen had 'Godt de Heere sulck een dicken nevel van den Hemel
laten vallen', (een mirakel), dat de schippers niet voort konden geraken om tot Oude
Niedorp te komen. De opvarenden zagen dat het allemaal vergeefse moeite was en
besloten terug naar Alkmaar te varen. Toen ze omkeerden, zijn ze verder zonder
hindernissen van ondiepten en nevel weer terug in Alkmaar gearriveerd. Iedereen in
Oude Niedorp, die het verhaal hoorde vond dat dit 'de merckelijke Hand des Heeren
geweest was, die ten besten sijner bedroefde Gemeente, die mensen in haer quat
voornemen belet hadde'.
De Oude Niedorpers konden door de afwezigheid van de sterke arm uit Alkmaar
doorgaan met hun werk; de aanneming en bevestiging van Jacob Lauris. Begrijpelijk
dat de Staten met deze beroeping niet zo ingenomen waren. Op 27 oktober arriveerde
er dan ook een resolutie bij burgemeesters en kerkmeesters van Oude Niedorp waarin
deze 'geinsinueert werden en gelast om niet toe te laeten nochte gedogen, dat de
kercke van Oude Niedorp bij Jacob Lauris werde bedient'. Tevens kreeg Lauris een
schrijven waarin hem werd opgedragen zich van de kerkdienst te onthouden. Wel
moesten kerkmeesters en ouderlingen de kerk openen voor alle predikanten die onder
de classis Alkmaar hoorden.
Historisch Niedorp, informatieblad 2012 nr. 1