Abr. SLOOS
publiek verkoopen:
-37-
Welke Kolhorner schippers verkochten hun kof
In de 17e eeuw lagen er voornamelijk wijdschepen tegen de Turfdijk in Kolhorn, maar
in de 18e eeuw kregen de Kolhorner schippers meer keus. Vele typen vrachtvaarders
losten toen hun vracht in het Kolhornerdiep.
Je had open wijdschepen, vooral gebruikt in de wierhandel, de grote aalschuiten met
ingebouwde bun om de gevangen paling levend te houden. Kwakken werden ook in de
visserij gebruikt. Tjalken in de turf en mestvaart en de stevige koffen haalden koeien
en schapen van Wieringen en Texel. In de Kolhorner haven was een speciale losplaats
voor vee gemaakt, in de oude stukken 'koepost' genoemd. Vanuit Kolhorn gingen de
schapen en kalveren met veedrijvers weer verder naar de Schagermarkt en ook wel
naar Alkmaar en Purmerend.
In het Oud-Archief van Barsingerhorn zijn een behoorlijk aantal transportakten van
Kolhorner schepen bewaard gebleven. In het tijdvak 1700-1800 is 154 keer sprake van
verkoop van een schip in de Kolhorner haven.
In de 18e eeuwse transportregisters staat
de verkoop van 37 Kolhorner kofschepen
genoteerd. De prijzen liepen erg uiteen;
de goedkoopste koffen brachten elk maar
rond de 150 gulden op, waarschijnlijk
waren dat wrakken, waar alleen nog
brandhout van gezaagd kon worden.
Maar de meeste koffen verwisselden van
eigenaar voor prijzen tussen de 500 en
800 gulden, met uitschieters naar 1.160
en zelfs 1.450 voor een kof.
De grote kofschepen waren geschikt voor
de vaart op de Oostzee en de Duitse
Bocht. Zo'n kof zag er wat plomp uit met
zijn ronde voor- en achtersteven, platte
bodem, meestal geen zwaarden en twee
masten
notaris te Winkel, zal op Zaterdag 27 Au
gustus 1881, des avonds 6 ure, in do herberg
„de Gekroonde Valk" van P. KEURIS, te
Nieuwe Niedoep,
Een KOFSCHIP, genaamd: „de Vrouw
Catharina" volgens eigen meeting groot 17
ton, met ZEIL, TREIL, STAAND- en
LOOPEND WAND en bijbehoorende INVEN
TARIS.
Beurtschip varende van Nieuwe Niedoep
on Oude Nikdorp op Amsterdam Visa Versa.
Behoorende aan de Heeren DIKKER en
WAGENMAKER.
Kofschip 'De Vrouw Catharina' was in gebruik als
beurtschip op de binnenwateren
Ik zal niet alle schippers gaan noemen, want dat wordt een lang verhaal, maar een
kleine selectie moet kunnen.
In 1720 verkoopt Aaf Pieters, de weduwe van Cornells Pietersz Tjaddik, een prijzig
kofschip. Voor 1.160 ging het schip naar een nieuwe eigenaar. In 1722 is er weer een
weduwe die het kofschip van haar overleden man in de verkoop doet: Trijn Louwris,
weduwe van Jan Jacobs Spek verkoopt voor 1.300 een best kofschip.
Dirk Cornelis Houtenbeen verkoopt in 1724 zijn kleine kof voor 170 aan Jan Pieters
Roos. In 1768 doet Jan Pieters Roos dit kofje weer in de verkoop en Jan Dirks Boed
koopt het scheepje voor 150.
Adriaen Symonsz Korff koopt in 1732 voor 362 de kof van de Kolhorner schipper
Pieter Jansz Bood. Zo tellen we in de 18e eeuw ruim 35 kofschepen in de Kolhorner
haven die van eigenaar verwisselen.
Historisch Niedorp, informatieblad 2011 nr. 2