gedeeltelijk en alleen maar in kleine lettertjes herhalen, maar met de vet gedrukte
nadruk op enkele personen die ik toevallig van belang vind.
Welaan: Cornelis Bregman krijgt opdracht om de voor de Hoog Welgeboren Heer Renerus Josephus van
Chevallier van Zinzerling de zaken te behartigen. Renerus was verwekt bij Vrouwe Cornelia Baldina Adriana
Coetenburg, wonende tot Gendt, soo voor hemselven en als speciale last en procuratie hebbende van desselfs
broeder den Hoog Welgebooren Hr. Johannis Franciscus Baron van Zinzerling ende de Hoog Welgebooren
Heer Ingelbert Martin Joseph de Kerkhove, Baron van Exaerde etc. zo als in huwelijk hebbende Vrouwe
Maria Elisabeth Baldina van Zinzerling, die (dan nog) voogd is over de Hoog Welgeboren Heer Franciscus
Josephus Stauthals Baron van Bleckhem en de minderjarige zoon van wijlen de Hoog Welgeboren Heer
Valentinus Benignus, verwekt bij gemelde Vrouwe Cornelia Baldina Adriana Coetenburg, in een later huwelijk,
als zijnde daartoe bij speciale authorisatie van schepenen van Gedele Raden en Paisierders (getuigen) der stad
Gendt, in dato de 3e November 1739, geauthoriseerd en gequalificeerd, te samen de kinderen en enige universele
geïnstitueerde erfgenamen van de voorseijde Vrouwe Cornelia Baldina Adriana Coetenburg. De 2e Juli 1740 tot
Gendt.
Het gaat om de openbare verkoop van de Huijsmans Wooninge (oftewel een 'schoon'
boerenhuijs) en de landerijen gelegen onder Nieuwe en Oude Niedorp. De landerijen
mogen niet eerder worden aanvaard dan Kerstmis 1744 en het huis met erf niet eerder
dan 1 mei 1745.
Dat ik Vrouwe Coetenburg hier duidelijk heb aangegeven, zij het slechts één maal,
spreekt voor zich. Maar waarom die Welgeboren Ingelbert de Kerkhove, Baron van
Exaerde? Omdat hier weer eens sprake is van een aardige toevalligheid. Mijn oudste
zoon Hans woont namelijk op de uiterste punt van het zogeheten Sterbos bij
Wuustwezel. En dat aangelegde bos met kasteel in het midden was in de vorige eeuw
van de baron van Kerchove van Exaerde, een directe nazaat van de hierboven
genoemde baron. Op dat puntje had hij een villa laten zetten voor zijn adellijke doch
ziekelijke dochter Godelieve. Zij stierf in de jaren dertig ondanks de goede zorgen van
wel vier verpleegsters. De volgende bewoner was een veearts die de villa liet afbreken
en er een landhuis voor in de plaats liet zetten. Alleen een gedeelte van de schuur
resteert nog. Zoon Hans heeft al vrij snel de grote (en nogal bewerkelijke) hertenkamp
opgedoekt. Hij mag in zijn beperkte vrije tijd nog graag wat zeilen in zijn catamaran.
Op de Zeeuwse meren of op zee. Het zeilen heeft hij zichzelf geleerd op De Rijd
waarbij hij zijn toenmalige boot veilig in het riet bij de Koetenburg mocht afmeren.
Hij is daar nog altijd uitermate erkentelijk voor! Dat zeilen op dat kleine meertje
resulteerde onder andere in de wereldkampioenschappen 2000 in Australië. Overigens
heeft niemand van de Nederlandse equipe toen een prijs kunnen bemachtigen. Maar
dat deed maar weinig af aan de fantastische belevenis.
En wat baronnen betreft: België heeft er naar verluidt nog zo'n driehonderd.
We keren terug naar 1744, het definitieve einde van Koetenburg als bezit van de
familie Koetenburg. De boerderij met bijbehorende landerijen gaat naar Captein Pieter
Keetman, woonachtig in Amsterdam. Van Pieter gaat het bezit al heel vlot via zijn
langstlevende echtgenote Barbara de Leeuw, naar Jan Adriaan Wagemaker. Het is dan
nog maar 1750. Zo tegen 1800 is er sprake van Reijer Roos. De familie Roos heeft
zich ontfermd over de paar woningen die indertijd nog oostelijk van de boerderij te
vinden waren.
Historisch Niedorp, informatieblad 2011 nr. 1