24
Was er een heilige Gert mud? Wis en waarachtig!
En nog wel een abdis. Een abdis, of moeder
overste, van het eerste vrouwenklooster in de
Nederlanden!
Abbegeerte blijkt dus bij nader inzien een zeer
goed herkenbare en voor de hand liggende
verbastering van Abdis Gertrudis. Mocht men
daar nog aan twijfelen dan kan hier verwezen
worden naar de Gertrudiskerk in Utrecht die al
sinds eeuwen bekend staat als de Geertekerk. De
Geertekerk aan het Geertekerkhof 22.
Volgens sommige naamkundigen zou haar naam
letterlijk kunnen betekenen 'de krachtige met de
speer' dan wel 'zo krachtig als een speer'. Dat
eerste lijkt wat beter bij een man te passen en dat
laatste bij een vrouw. En wat voor een vrouw!
We zullen daar maar eens uitgebreid op ingaan,
zodat we straks enig idee krijgen van wie onze
voorouders ooit in huis hebben gehaald.
Gertrudis als zeer veelzijdige beschermheilige
We moeten voor haar heiligenleven zelfs terug
naar de 7e eeuw, naar een tijd ruim vóór onze bekende evangeliepredikers als
Willibrord en Bonifatius. Ze werd in 626 geboren als adellijke dochter van Pepijn van
Landen, opperhofmeester van koning Dagobert en een voorvader van de beroemde
Karei de Grote. (De koningen in de tijd van Dagobert hielden zich bij voorkeur bezig
met alle mogelijke plezierige zaken en lieten het regeren en oorlog voeren graag aan
de hofmeesters over, met als gevolg dat deze vertegenwoordigers als vanzelf de macht
in handen kregen.) De echtgenote van Pepijn, Itta, stichtte na zijn dood een
vrouwenklooster in Nijvel (een plaats ten zuiden van Brussel) en benoemde zichzelf
tot abdis. In feite was dat eerste vrouwenklooster in die Frankische tijd nog zó
ongewoon dat het op heel wat verzet stuitte, maar Itta zette door. Ze liet haar dochter
Gertrudis ook intreden. Toen deze 20 jaar was geworden - een iets andere leeftijd
wordt ook wel genoemd - mocht zij de functie van haar moeder overnemen. Volgens
de verhalen was ze al vroeg dermate religieus dat ze tijdens een feest bij koning
Dagobert een huwelijksaanzoek van een of andere adellijke rijkaard zonder aarzelen
had afgeslagen. Ze zou trouwen met de eeuwige schoonheid die de oorsprong is van
de schoonheid van alle schepselen...' Deze opmerkelijke woorden werden haar
ongetwijfeld door een latere geschiedschrijver in de mond gelegd.
Na het stichten van diverse kerkjes en een uiterst streng leven vol zelfverloochening, is
ze zo verzwakt dat ze haar ambtskleed moet overdragen. Enkele jaren later, op
33jarige leeftijd sterft ze. Maar in het hiernamaals krijgt ze alsnog een zeer uitgebreide
functie. Ze wordt niet alleen patrones tot verzoening van vijanden, maar ook van de
verdrijving van zeemonsters bij schepen(.En verder van de pelgrims, van de
stervenden, de reizigers, de ziekenhuizen. Van de armen, de weduwen, de landbouwers
en de tuinmannen inclusief de producten van de land- en tuinbouw. Maar tegen de