Zo'n merkwaardig verhaal is vrijwel altijd een mengeling van werkelijkheid en
verdichtsel. Waarschijnlijk heeft Adriaan de 'Kroniek van de dorpen Aartswoud en
Hoogwoud' gele
zen, geschreven
door P. Bossen in
1938. Op blz. 53
haalt Bossen het
18e eeuwse zoge
noemde Stikboek
van Aartswoud aan
waarin een stuk
grond wordt aange
duid met 'de Cap-
pelerij'. Wat ver
stond men vroeger
nou precies onder
zo'n cappellerij?
Dat is op te zoeken
en dat heeft Bossen
ook gedaan. Bij
Cappelerijland wordt de opbrengst bestemd voor onderhoud van een kapel en als
beloning voor de dienst. Niets meer en niets minder.
Zo'n stuk land was te vinden aan de Koningspade ten zuiden van de Mienakker.
Bossen meende ten onrechte, dat dit meteen een goede aanwijzing zou zijn voor de
plaats waar de kapel gestaan zou hebben. Blijkbaar wist hij niet, dat er veel meer
Cappelerijlanden te vinden zijn. Nieuwe Niedorp had bijvoorbeeld ook zo'n stuk land,
iets ten noorden van De Rijd. De naam zegt dus niets over de plaats van een kapel. Is
dit een beetje jammer? Eigenlijk wel. Valt er iemand iets te verwijten? Natuurlijk niet.
Mensen zoeken nu eenmaal altijd vastigheid, ook waar die soms niet te vinden is. Als
je alleen al denkt aan het vroegere kasteel van Hoogwoud, dat nog steeds onvindbaar
blijkt, hoeven we ons over een verdwenen kapel uit de 13 eeuw nauwelijks illusies te
maken.
Adriaan vermeldt ook De Lage Hoek als de plaats waar Willem zou zijn gesneuveld.
Zelfbedacht? Algemeen wordt nog steeds aangenomen dat dit gebeurde op het ijs van
de Berkmeer. Die Lage Hoek ligt er wel tamelijk dicht bij en er is iets voor te zeggen.
In diverse verhalen over de gebeurtenissen is sprake van een groepje West-Lriezen
verscholen achter struikgewas of hoog opgaand riet. Daar lagen ze de Hollandse vijand
op te wachten om toe te slaan als het moment gunstig was. Je zou dus kunnen
-16-
naar Middelburg en is daar begraven in de Abdij voor het hoge altaar. Floris liet de
boerderij afbreken en liet op die plek een capel bouwen en schonk dit land en
goederen en geld zodat capel en priester werden onderhouden. Hij wijdde de capel
aan de heilige maagd Maria en een keer in de maand hield de priester er een dienst in,
dit was in 1282. Het was hier een gehucht. Maar deze ontvolkte. Floris V werd door de
edelen vermoord in juni 1296. De capel werd afgebroken omtrent 1315.