In 1682, een paar weken na de dood van Dirck Rembrantsz van Nierop, probeerde
Haringhuijsen ook diens erfenis te monopoliseren. De Staten kregen van hem een
verzoek voor een privilege op de maantijden. Het belangrijkste argument van
Haringhuijsen was dat van Nierops kwalitatief hoogstaande rekenwerk niet in handen
van ondeskundigen mocht vallen. Almanakverkopers die altijd van Dirck Rembrantsz
van Nierops berekeningen gebruik hadden gemaakt zoals G.J. Saeghman, werden door
Haringhuijsen buitengesloten.
Toch vroeg Saeghman in 1689 octrooi aan voor zijn comptoiralmanakken. Het
auteursprobleem aangaande de berekeningen loste Saeghman op door Pieter
Rembrantsz van Nierop (neef van Dirck) de berekeningen voor zijn almanakken te
laten maken.
Op 22 september 1693, na het overlijden van Haringhuijsen, kreeg Pieter Rembrantsz
van Nierop het privilege van de Staten op de berekening van maan- en watergetijden.
Een uittreksel van dit privilege is opgenomen in de Stichters Nier opper Almanach"
voor 1695.
Almanakken
Er waren vele soorten almanakken: schrijfalmanakken, maar ook kleinere formaten
zoals de zakalmanak en vele lokale almanakken. Verder kantooralmanakken,
meerjarige almanakken en schutterswachtalmanakken. De comptoiralmanak had vaste
aftrek bij stedelijke overheden: o.a. de Amsterdamse stadsregering, leden van het
Admiraliteitscollege. Ook werden deze almanakken gebruikt voor administratieve
doeleinden in allerlei stedelijke en kerkelijke instellingen.
Ook de overheid van Alkmaar gebruikte comptoiralmanakken.
Zeker is dat bij het ontstaan van de almanak, het woord almanak de betekenis had van
"tabel" waarin de bewegingen van zon en maan schematisch zijn weergegeven.
Hoe zag een 1T eeuwse almanak er uit? Er was een aantal vaste en variabele
rubrieken. Vast onderdeel was de "Verklaringe", een instructie voor het
almanakgebruik. Dan volgde de jaarkalender, per maand al dan niet ingeleid met een
vers. De data werden in cijfers gegeven en de dagen van de week aangeduid met de
letters A t/m G. Een rode letter in dit rijtje was dan de zondag.
Verder stonden in de kalender de heiligedagen, de markten en per week de epistel en
evangelische hoofdstukken volgens het kerkelijk jaar. In de vorm van symbolen
werden de vier maangestalten weergegeven. Per maand werd beschreven in welk teken
van de dierenriem de zon zich bevond.
De stand van de maan ten opzichte van de zodiac werd voor elke dag opgegeven. Na
de kalender volgde aanvullende informatie, vrijwel altijd een overzicht van de
watergetijden, dienstregeling voor trekschuiten, beurtschepen en koetsen en ook het
sluiten van de stadspoort. Als leesstof treffen we in almanakken nog historische
kronieken, anekdoten, kluchten en andere verhalen.
Almanakken berekend door Dirck Rembrantsz van Nierop verschenen van 1655 tot
1683. Postuum verschenen ze nog van 1684 t/m 1689 en in 1693 en 1698. Van Pieter
Rembrantsz zijn almanakberekeningen bekend uit de periode 1684-1705.
-16-