Botsing te Winkel
Te Winlkel ihleeft dezer dagen een botsing plaats gehad tussehen die stoomtram SchagenWognum en een autobus
van den dienst Winkel—Alkmaar. Ondanks het ruime uitzicht daar ter plaatse, zag de autofousbastuurder de
tram niet aankomen, met gervoüg, dat de bus .werd gegrepen en 10 a 20 meter werd meegesleurd. De eene
■zijwand van de bus werd gehieeil vernield, zoodat de bus aan één kant geheel open was. Slechts één passagier
bewoond izich in de wagen, n.1. Mej. To Fluister van Nieuwe Niedorp, die een paar zware beenwonden bekwam.
Als men de bus ziet, is hert onbegrijpelijk dat mej. P. er neg zoo goed afkwam. Links de situatie vanaf den weg;
de stoomtram kwam vanaf links, rechts de baan waarop de bus werd geworpen. In den inzet Mej. Pluister.
Bovenstaand artikeltje met foto's (waarvan ik hoop dat er bij 't copieren nog
iets redelijks overblijft) kreeg ik te leen van Jannie de Groote - Fijnheer uit
Kolhorn. Ze wist zeker, dat Piet Bijhouwer er nog wel het een en ander aan toe
kon voegen. En dat klopte.
Hij vertelde me, dat het ongeluk gebeurde op zijn vaders verjaardag.
Die was trouwens toch al niet in zo'n feestelijke stemming, want hij was net
bezig nog wat bruikbare spullen te zoeken uit de ruïne van zijn pas afgebrande
huis. Het huis was ook café en heette Tramzicht.
Op de linkerfoto ziet men de puinhoop achter het vernielde hek.
Vader hoorde de klap van de botsing en kon meteen hulp bieden, samen met
Klaas Lange Klaas Knetter) die aan de andere kant van de spoorbaan woonde.
To de dochter van burgemeester Pluister) werd bevrijd en bij Klaas naar binnen
gedragen om verder verzorgd te worden.
Misschien was Moeijes de buschauffeur, maar daar was Bijhouwer niet zeker van.
Toen Piet 10 was, gebeurde er nog een 'bijna-ongeluk' met de bus.
Hij zat met andere j ongens op een hek voor het huis van Lange toen ze merkten
dat een buschauffeur de naderende tram niet in de gaten had. Ze begonnen
driftig te wijzen en te gebaren. De man schrok zo, dat hij zonder meer het stuur
omgooide en recht op ze afreed. De jongens konden zich maar net~aan met een
sprong over het hekwerk in veiligheid stellen.
Wat de tram zelf betreft, herinnert Bijhouwer zich een nacht dat ze hem duidelijk
voorbij hoorden rijden. Dat was uiterst vreemd, omdat er 's nachts nooit gereden
werd. De volgende dag bleek, dat een losse wagen in Lutjewinkel door de harde
wind op drift was geraakt. Hij kwam uiteindelijk in de bocht tussen Winkel en
N.Niedorp tot stilstand.
Met kennelijk plezier wordt er teruggedacht aan een spelletje, dat de jongens
vroeger op het marktterrein speelden. Spoorwagens die op 't zijspoor moesten
worden gerangeerd, werden meestal simpelweg met een klap van de locomotief
in beweging gebracht. Ze rolden dan vanzelf naar de plaats van bestemming.
De jongens sprongen er dan graag op voor een gratis ritje.
Een enkele keer kreeg een wagen een iets te harde duw, waardoor hij nog net
op het stootblok bleef hangen, vlak voor de sloot.
Uiteraard kon Bijhouwer nog wel wat meer vertellen over zijn belevenissen in
en om het Marktgebouw. Dat blijft bewaard tot een volgende keer.
Jan Keuken