had reeds een beroep gedaan op het crisiscomite, maar de burgemeester verleende geen medewerking. Een be roep op het Burgerlijk Armbestuur had evenmin succes gehad, omdat de secretaresse meende dat hij van 12,- per week met zes personen nog wel rond kon komen. Aan het eind van de protestvergadering werd een motie aangenomen, waarin de wenselijkheid werd geuit om voor een ieder zonder uitzondering werk of steun te ver- krijgen. Vervolgens zou die motie ter kennis worden gebracht aan de gemeenteraad van Heiloo. Mocht dit geen succes hebben dan stonden er nog wel andere wegen open. Steunregeling, ja of nee? Toch vonden B en W in het voorjaar van 1932 dat het tijdstip was aangebroken om aan de steunverlening en de werkverschafiing een eind te maken. Degenen die gesteund werden zouden zelf wel werk kunnen vinden en degenen die op 1 april nog steun nodig zouden heb ben zouden deze uit oogpunt van algemeen en financi- eel belang van de gemeente op een andere manier moeten zien te ontvangen. Door dit hardvochtige beleid kwamen de werklozen steeds meer in een uitzichtloze situatie terecht. Raadslid Greeuw kon zich niet met het standpunt van B en W verenigen en had diverse argumenten om de werklozen voor onbepaalde tijd in de werkverschaffing te houden. Hij geloofde niet dat zij zouden parasiteren op de 10,- steun van de gemeente. Ze zouden niet naar het armbestuur moeten worden verwezen, want er was best nog wel veel werk te vinden, bijvoorbeeld bij de aanleg van de riolering en de uitbreiding van de begraaf- plaats. Tegen het voorstel van B en W in besloot de raad uitein- delijk de steunregeling toch te verlengen. Er zou een begin worden gemaakt met het aanleggen van riolering. Voorts zou een deel van het elektrisch net ondergronds worden gemaakt. Ten slotte werd aan B en W opgedragen te onderzoeken hoe de minister stond tegenover de vraag of het toelaatbaar was een toeslag te geven op het loon dat particulieren betaalden voor werkzaamheden die zij in werkverschaffing lieten uitvoeren. Initiatieven van de middenstand De middenstand begon zich intussen ook met de (geringe) geldstroom te bemoeien. De afdeling Heiloo van de Industriele Middenstand en de Hanze verzocht de gemeenteraad om het loon van de werklozen uit te betalen in bonnen die dan bij de plaatselijke winkeliers Afb. 5. Aanleg riolering ingewisseld zouden kunnen worden. Kennelijk wilde men het geld in het dorp houden. Op dit verzoek werd met algemene stemmen afwijzend beschikt. Immers, aan werklozen diende geen dwang te worden opgelegd. De vrije concurrentie behoort zowel voor de werklozen als ieder ander te gelden. Samenwerking met Egmond Binnen? B en W van Egmond Binnen drongen in juni 1932 aan op samenwerking en stelden voor een agentschap of correspondentieschap Arbeidsbemiddeling op te richten. Hierin zouden zowel werknemers als werkgevers, een te benoemen agent en een voorzitter zitting nemen. Niet alleen werklozen zouden zich dan moeten melden, maar ook degenen die weer werk hadden gevonden. De arbei- ders die tijdelijk in een andere dienst ging werken zouden geen gevaar lopen daarna niet meer in hun oude werkomgeving terug te kunnen keren. De burgemeester zei dit onder andere besproken te hebben met het Hoog- heemraadschap en die instelling had toegezegd de arbei- ders weer in dienst te zullen nemen, mits zij voordien naar tevredenheid hadden gewerkt. Voor rendabel werk hadden B en W van Egmond Binnen de verbetering van de Vennewatersweg op het oog. Het Hoogheemraadschap was bereid het onderhoud van de weg over te nemen van de gemeente en het waterschap. Het vergraven en dichten van sloten zouden in werkver schaffing kunnen worden verricht. Intussen bleek Heiloo geheel andere plannen te hebben. Zij wilde een geheel nieuwe weg gaan aanleggen vanaf ongeveer het station van Heiloo naar Rinnegom. Egmond Binnen en Heiloo zouden zich er in dit So® 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2013 | | pagina 9