In een vergadering stelde voorzitter Heidelberg dat men het gemeentebestuur dankbaar was voor de werkver schaffing, maar dat daar bepaald geen regelmaat in zat, terwijl de economische druk zich toch in alle heftigheid deed gevoelen. Van enkele leden met grote gezinnen was een verzoek om steun ontvangen. Besloten werd toen om aan elk gezin dat daarvoor in aanmerking kwam van de kasgelden nog eenmaal brandstoffen te verstrekken. Hoewel men periodieke steun niet gewenst vond, eisten buitengewone omstandigheden ook buitengewone maatregelen. Afb. 3Burgemeester N. van Foreest Op initiatief van pastoor Van Meeuwen werd in juni 1930 een St. Elizabethsvereniging opgericht. In het bestuur werden benoemd mevrouw Barnhoorn- Dijkman, mejuffrouw Ypma, mejuffrouw Van Schie, mevrouw Bakker-Valkering, mevrouw Rozing-Kuijper, mevrouw Hugtenburg-Kuijper en mevrouw Sengers- Franker. Deze zou in de behoeften van arme gezinnen gaan voorzien. Ook het gemeentelijke Burgerlijk Armbestuur heeft veel nood helpen lenigen. Maar in april 1930 bedankte de heer Glas nog voor een benoeming tot lid van dat bestuur, omdat daarbij eerst beide kandidaten van de SDAP waren gepasseerd. Overheidsdienaren reageerden nogal eens cynisch op de problemen. Op een vergadering van de R.-K.Volksbond op 25 oktober 1932 in het Brunogebouw deed voorzitter P.J. Kraakman verslag van een onderhoud met B en W. Volgens hem beledigden dit college en de commissie van de werkverschaffing de werklozen door te stellen dat "men" rentenierde op kosten van de belastingbetalers, maar Kraakman wees dat verwijt voor wat betrefit de katholieken pertinent af. "Wij hebben", zei hij, "in de tijd dat we moesten werken niet zitten kaarten ofvissen. Als we geluk hadden werk te hebben, hebben we ook gepresteerd". Hij wilde de leden dan ook waarschuwen om niet te luieren, want dan zou de organisatie hen loslaten. Een "redelijk" voorstel In de loop van 1931 heeft de werklozencommissie een regeling ontworpen met een rechtlijniger beleid en meer billijkheid voor de arbeiders die lid waren van een vakbond of vakorganisatie. Zij stelde het volgende voor. Een werkloze arbeider kreeg 3 weken werk tegen 40 cent per uur, maar hij moest daarna een wachtweek door- staan. Daarbij kon hij rekenen op ongeveer 13,- per week. Gezinsloon dat hij had ontvangen werd ervan afgetrokken. Kindertoeslagen en toeslagen van de vakbond bleven intact. De georganiseerde arbeider kreeg de gelegenheid om bij te verdienen volgens een door de commissie ontworpen schema. De crisissteun voor tuinders bleef intact. Er werden geen twee personen uit een gezin aan werk geholpen. Intussen had de werkloosheid in Heiloo bedenkelijke afmetingen aangenomen. In december 1931 hadden zich al 92 personen aangemeld, van wie er 25 aan werk konden worden geholpen. De kosten voor de werkver schaffing bedroegen in die maand 1000,- per week hetgeen voor een gemeente als Heiloo een groot bedrag was. Maar burgemeester Van Foreest scheen de situatie nog niet zo ernstig te hebben ingezien. Vals optimisme In maart 1932 vroeg de burgemeester zich in raadsver- gadering af of er wel moest worden doorgegaan met de werkverschaffing en het verlenen van steun nu het voor- jaar naderde. Dat jaargetijde zou immers toch wel een toename van het aantal arbeidsplaatsen te zien geven. Ook de commissie voor de werkverschaffing dacht, dat tegen Pasen haar bemoeiingen konden worden beein- digd. De heer A. Greeuw Jr. (raadslid voor de SDAP) dacht er anders over; er waren te veel werklozen. Anders dan in voorgaande jaren waren de meesten werkloos als gevolg van de crisis en zouden vier weken later nog altijd werkloos zijn. De heer Keesman (ook SDAP) steunde hem. Zij zouden gelijk krijgen. Van de afdeling Heiloo van de SDAP was een rekwest ^9 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2013 | | pagina 7