dat zijn climax vond in de bekende aanhouding van prinses Wilhelmina, de vrouw van Willem V,
bij het riviertje de Vlist.
Bij deze schermutselingen was ook een kleine Alkmaars troepenmacht betrokken. Cornelis Van
Foreest was lid van het te Woerden gevestigde Comité ter defensie van Holland en van de stad
Utrecht. Dankzij interventie van de koning van Pruisen keerde de rust weer en werd het bewind
van de stadhouder hersteld, maar nu moesten de patriotten het ontgelden. Op last van de beledigde
prinses werden Van Foreest en zijn zwager De Kempenaar als de leidende patriotten van Alkmaar
uit hun functies ontzet. De prins benoemde daarna nieuwe vroedschappen die hem gunstiger
gezind waren. Onder hen was Gijsbert Fontein Verschuir, die uit Friesland naar Alkmaar gehaald
werd. Hij is later eigenaar van het huis Ter Coulster te Heiloo geworden en ook nog Heer van
Heiloo en Oesdom. Ondanks verwantschaps- en zakelijke relaties hebben de beide families die te
Heiloo zo dicht bij elkaar woonden altijd een afstandelijke houding ten opzichte van elkaar behou
den. Fontein Verschuir huwde de Alkmaarse burgemeestersdochter Maria Eva De Dieu wier moe
der uit de te Hoorn achtergebleven tak van de familie Van Foreest stamde.
In de nu volgende jaren was Cornelis Van Foreest dus ambteloos burger. Hij vertrok tijdelijk,
zoals veel uitgespeelde patriotten deden, naar het buitenland, zonder evenwel daar politiek actief
te zijn.
De familie Van Foreest heeft aanvankelijk de Nyenburg niet permanent bewoond. Het huis fun
geerde als buitenhuis waar familieleden en gasten ontvangen werden. Eerst sinds 1796 komt Mr
Cornelis voor als wonend te Heiloo. Tussen 1797 en 1811 koopt hij dan ook weer land in het dorp.
De Nyenburg blijft echter het buitenhuis zoals blijkt uit de titel van een door Cornelis kort na het
aftrekken van de Engelse en Russische invasietroepen in 1799 geschreven toneelspel voor huiselijk
gebruik: "Een verjaringsfeest, toneelspel gesitueerd in een buitenverblijf nabij een voorname stad
in Noord-Holland". Het is een hoogdravend verhaal waarin een uit de strijd teruggekeerde officier
de hand van de dochter des huizes krijgt. Er zijn allerlei toespelingen op aktuele gebeurtenissen
maar het is niet mogelijk de personages te identificeren als bepaalde leden of verwanten van de
familie Van Foreest.
Na de jaren van zijn gedwongen stilzitten tussen 1787 en 1795 stond Van Foreest weer volop in
het landelijke politieke leven als patriot. De omwenteling die de Fransen hier bracht en de Bataafse
Republiek deed ontstaan kreeg in Alkmaar zijn beslag op 21 januari 1795. Cornelis Van Foreest
behoorde met zijn zwager De Kempenaar en nog een zwager, Johannes van Leeuwen, tot de eerste
provisionele stadsregering van het nieuwe bewind maar nog in hetzelfde jaar legde hij zijn stedelij
ke functies neer om zich in de landelijke politiek te begeven.
Tegelijkertijd vertrok hij metterwoon naar Heiloo. Na de komst van koning Lodewijk Napoleon
in 1806 trok hij zich geheel uit de politiek terug en werd rentenier op de Nyenburg. In die positie
heeft hij de gemeenschap nog in verschillende functies gediend, ook nadat de Franse tijd voorbij
was en onder koning Willem I een nieuwe eeuw begon. Als behorend tot een vanouds adellijk
geslacht in het gewest Holland kwam hij in aanmerking voor benoeming in de ridderschap van
Holland, het onderdeel van de Provinciale Staten dat de plattelandsbevolking heette te vertegen
woordigen. De benoeming gaf hem tevens de gelegenheid met een zgn akte van bewijs opgenomen
te worden in de door de koning georganiseerde Nederlandse adel 16).
Na de dood van haar man heeft Jeanette Agnes van Delen nog enkele jaren op de Nyenburg ge-
18