Cornelis van Foreest had zijn comfortabele thuisbasis in Hoorn, waar hij na de dood van zijn oom Nanning de topfiguur van de stedelijke elite was geworden. Door zijn vele en drukke besognes op het bestuurlijke en economische vlak, hij was o.m. burgemeester en bewindhebber van de Verenig de Oost-Indische Compagnie, heeft hij niet de tijd gehad zich intensief met zijn nieuwe bezit te bemoeien 13). Toch heeft hij wel wanneer de mogelijkheid zich voordeed het landbezit in Heiloo nog uitgebreid en in de periode 1744-1754 liet hij bovendien diverse werkzaamheden aan de Nyenburg uitvoeren. Zo heeft Mathijs Vermeulen in 1753 het goudleer op de bovenkamer verhangen en de speelhuisjes bekleed. De schilder Pieter van der Kodde heeft de Turkse tent, een onderdeel van de tuinversie- ring, geschilderd en later ook nog de ornamenten aan het huis opgeverfd 14). Uit dezelfde tijd, 1754-1755, stamt de kaart die Klaas Cuyper tekende van elf stukken land 15). Van deze percelen, gelegen tussen het huis en de ringsloot van de Kooimeer, wordt per stuk de oppervlakte gegeven in hondsbossche maat 800 vierkante roeden in een morgen). Behalve het primitief getekende huis Nyenburg zelf komen op deze kaart voor het "huis waarin Arie Winter gewoond heeft", het veel kleinere tuinmanshuis, een huis zonder nadere aanduiding en "het nieu we huis gebouwd in 1755". Dit laatste is de tegenwoordige boerderij van de heer Groenveld. Deze werkzaamheden waren kennelijk gericht op de komst van een nieuwe bewoner: Mr Dirk van Foreest, de oudste zoon van Cornelis. b MR DIRK VAN FOREEST (1729-1782) EN MARIA WILHELMINA STOESAK (1733-1793) Dirk van Foreest vestigde zich na in Leiden rechten te hebben gestudeerd in Alkmaar om daar in 1755 lid van de vroedschap te worden. In hetzelfde jaar huwde hij met Maria Wilhelmina Stoesak. Zij was de in Batavia geboren dochter van de in dienst van de VOC rijk geworden koopman Zacheus Stoesak. Haar vader repatrieerde naar Hoorn en vestigde zich vervolgens in Alkmaar waar hij in 1750 lid van de vroedschap werd. We zien hierin de hand van Cornelis van Foreest, die als bewindhebber van de VOC de aanstaande schoonvader van zijn zoon aan een goede positie kon helpen. Alkmaar lag voor de hand omdat Dirk toch de Nyenburg zou erven en er was nog een tweede zoon, Joan, die in de Hoornse zaken kon opvolgen. Dirk werd dus Alkmaars vroed schapslid in plaats van Zacheus Stoesak. In tegenstelling tot zijn schoonvader is hij later ook nog schepen en burgemeester geworden. Voor hem en zijn vrouw is enkele jaren later de Nyenburg opnieuw onder handen genomen door de aannemer-architect D. de Vries die als visitekaartje in de zuidmuur een (helaas in de 19e eeuw verdwenen) witmarmeren zonnewijzer aanbracht met de toepasselijke tekst "D. Vries 1761 ab hoe momento pendet aeternita (de eeuwigheid hangt aan dit ogenblik). Ook bouwde De Vries toen het koetshuis en heeft hij nog een kaart getekend van hetzelfde complex dat Klaas Cuyper enkele jaren eerder al in kaart had gebracht. Dat Dirk van Foreest geen gemakkelijk man is geweest kan blijken uit zijn weigering om zijn rooms-katholieke werklieden de feestdagen volgens hun gebruik te laten vieren. De pastoor van Heiloo H. Turig vroeg daarom in een onderdanige brief nadat mensen met ontslag bedreigd waren omdat zij blijkbaar gevraagd hadden de mis te mogen bijwonen. De brief van de pastoor, met hoe veel reverentie ook geschreven, viel geheel verkeerd bij de heer Van Foreest die hem liet weten dat 16

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1987 | | pagina 18