Een belangrijk verschil tussen Hofdijk en de overige kunstenaars uit de roman
tische beweging is, dat hij pas op latere leeftijd succes kreeg. Misschien dat hij
hierdoor ook langer in het genre is doorgegaan.
Hofdijk en Heiloo
Hasebroek had al van Hofdijk gehoord vóórdat Toussaint hem voorstelde en
had geen hoge dunk van hem: "Hofdijk is een gewezen ondermeester te Alk
maar, die deze betrekking als te positief verlaten heeft en nu over de nadelen van
een negatief bestaan nadenkt, welke gepeinzen hij met eenige dichterlijke
visioenen vol gruwelen en beestachtigheden vervrolijkt."9 4 Na de kennismaking
blijkt Hofdijk niet in waardering gestegen te zijn: "Gister heb ik visite gehad -
raad eens - van Hofdijk. Jufvrouw Toussaint had hem mij aanbevolen. Blond
haar, ronde oogen, een geel bokkensikje onder de kin, een zwarte das met groote
met hair gewerkte speld, een glimmend vest met bonte weerschijn, een vreemd
gebogen sixpence, veel verliefdheid op Jufvr. Toussaint en weinig liefde voor
goeden smaak, veel fantastisch en weinig fantasie, veel inbeelding en weinig
bildung (passez moi le mot om de woordspeling!ziedaar de Autheur der
Rosamunde. Maar zeg er Jufvr. Toussaint niets van, zij mag hem nog al."9 5 Na
dit eerste bezoek wordt nergens meer exact melding gemaakt van volgende visi
tes, hoewel hij zeker nog een aantal keren op de pastorie geweest is en Hasebroek
hem nogmaals belachelijk maakte, weer in een brief aan Potgieter:
"Tot mijn zuster
Hij. Ik weet toch, welke nieuwe japon Jufvrouw Toussaint heeft, al is zij van
huis.
Zij. Ei, ei.
Hij. Ja, geel met een groen bloemetjen.
Zij. Ei, ei.
Hij. Haar moeder had er een staal van.
Zij. Ei, ei.
Hij. Ik heb het haar afgetroggeld.
Zij. Ei, ei.
Hij. Wilt gij 't zien? En waarachtig daar kwam uit zijn linker vestzak een doosjen
en uit dat doosjen een lapjen en dat werd vertoond. Eindelijk kwam hij er ook
mee bij mij.
Ik. In de krant lezende kortaf: Excuseer mij, maar ik heb met zulke laffigheden
niet op.
66