vereeniging die zich voorstelt de doodelijke slaapziekte onzer verouderde kunst- wareld tegen te gaan'. Lieve Vriend! boezem hem toch juister begrippen van mij in, of moet ik dit voor style d'album houden? Zeg hem toch dat ik veel van Hollandschen eenvoud houde - dat ik dagelijks ten beurze ga - dat ik een prac- tisch mensch hoop te worden."83 Het contact werd dus van twee kanten on afhankelijk van elkaar gezocht. Al spoedig kregen de formele brieven uit de beginjaren een vertrouwelijke toon. Bakhuizen complimenteerde Hasebroek er mee, dat hij het hart van "onzen uiterst difficilen vriend" gewonnen had.84 Hasebroek, Beets en Toussaint bestookten Potgieter met brieven om eens naar de pastorie te komen. Beets: "Maar weet gij Potgieter lief! wat gij volstrekt doen moet. Gij moet ontegenzeggelijk volstrekt een paar dagen op den Pastory komen logeren. Gij moet hier komen Potgieter, volstrekt hier komen, al was 't maar van Vrijdag tot Zondag. Hasebroek moet u persoonlijk kennen, ik moet u aan mijne Aleide, aan mijne Schoonmoeder voorstellen, allen branden evenzeer van ver langen om u te zien, U die allen evenzeer interesseert. Gij oqtkomt dit niet. Gij moet ou tout est fini entre nous. Deze week is de Nyenburcht niet compleet, maar in de volgende zal hij allerliefst zijn en dan in den geheelen Zomer blijven maar gij moet komen, vrijdag over 6 dagen b.v. gij moet deze heerlijke streek, dit heerlijk verblijf zien: Wij moeten u een paar dagen bezitten. Gij moet uw dicht en akelig Amsterdam voor 2 dagen vergeten. Schrijf slechts aanH[asebroek] 2 woorden, ik kom dan of dan, en wij zijn gelukkig, of schrijf niets, maar sta oogenblikkelijk voor zijne oogen. De diligence naar Haarlem op Alkmaar rijdt 2 maal daags; 's morgens om 9 en 's avonds om 7 ure. 's morgens is men ten half 12, 's avonds ten half 10 op Heilo. Hasebroek heeft mij gebeden u dit te bidden: wees nu niet zoo coquet als uw stijl placht te wezen en nog wel eens is."8 5 Hasebroek: "O dat ik u hier eens ontfangen mocht te midden van de hier lachende natuur! Heeft de put van Willebrord volstrekt geen rechten op uw hart? Zijt ge niet benieuwd, het meisjen van Beets te leeren kennen?"8 6 Toussaint: "mogt ik een woord vinden om UE over te halen de pastorij te komen zien als alles daar rondom groen is en bloeit. Mij dunkt Ge zoudt zoo veel ruimer adem halen onder de hooge frissche kastanjelanen dan onder den stoom- walm van de fabriek Rüpe."8 7 Potgieter liet zich slechts éénmaal overhalen en maakte Hasebroek daar zeer gelukkkig mee: "Wat waren dat gelukkige oogenblikken, mijn Potgieter! hier met u doorgebracht, o zoo ge wist hoe ik er tegen aan gezien hadt u te ont moeten, hoe ik vreesde dat gij mij, of ik u zou tegenvallen... ge zoudt een 62

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1982 | | pagina 62