en Hasebroek klaagde Kneppelhout bij hem over het vervelende van het leven. Ook Cees zag een oplossing in een huwelijk. Had hij misschien één van zijn vele jongere zusjes op het oog? "Is er dan geen enkeld meisje dat de nodige vereisch- ten bezit om eenmaal Mevrouw Kneppelhout te worden; hebt gij er bij u rond- zoeken geen eene ontmoet die u geschikt voorkwam? Foei! ik houde het voor veel waarschijnlijker dat gij er geene moeite toe doet; ik moet ten minste in gemoede verklaren dat er behalve mijn meisje nog wel twee of drie zijn daar ik het zeer goed mee zou kunnen vinden en die de nodige eigenschappen bezitten om mij gelukkig te maken. Maar misschien zijt gij heel difficiel? Ook dit pleit u niet bij mij vrij want de lieve vrouwtjes zijn over het algemeen zooveel beter als wij dat men een gedecideerde vrouwenhater zijn moet om er niet eenige te kennen die ons gelukkig kunnen maken."62 Noch naar Cees' zusjes, noch naar Betsy Hasebroek met wie hij toch een heel vertrouwelijke omgang had, taalde Kneppelhout echter. Er gaat nog de anekdote dat vanuit Nijenburg eens na een jachtpartij een haas naar de pastorie gebracht werd als geschenk, waar deze heel welkom was omdat er net veel vrienden over waren. Betsy kon echter geen haas braden. "Maar Kneppelhout was daar en hij kon het, hij zou het doen als zij hem helpen wilde. Men stelle zich voor, de schrijver der studententypen en de schrijfster van Te Laat samen een haas bradende en deze haas het middelpunt van den Negen- tiendeneeuwschen dichtersmaaltijd! "6 3 Toen Hasebroek naar Breda verhuisde, verwaterde het contact. Kneppelhout is nog wel eens bij hem op bezoek geweest met de tekenaar van de Studenten typen, Alexander Ver Huell. De verschillen tussen hen werden steeds groter: de serieuze dominee en de nooit afgestudeerde, liberale, nogal werelds ingestelde estheet, die genoot van zijn rijkdom, grote kunstverzamelingen aanlegde en in het geheel niet vroom was. Hoe meer Hasebroek in het Réveil opgenomen werd, hoe minder hij Kneppelhout begrepen moet hebben. Maar dit zijn slechts ver onderstellingen, want er zijn geen brieven van beiden aan elkaar bewaard geble ven. 49

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1982 | | pagina 49