4. NICOLAAS BEETS
Korte levensschets
1814 geboren te Haarlem
1830 eerste tijdschriftpublikatie "Aan Nederlands beminde Prinses Marianne"
in Letterkundig Magazijn van Wetenschap, kunst en smaak
1833 student theologie te Leiden
1834 eerste boekpublikatie: Jose, een Spaansch verhaal
1836 18 juni: eerste bezoek aan Nijenburg te Heiloo
1839 promotie summa cum laude
1839 publikatie onder pseudoniem Hildebrand van de Camera Obscura
1840 4 september: huwelijk met Aleide van Foreest
1840 4 oktober: ingewijd als predikant te Heemstede
1854 predikant te Utrecht
1856 Aleide van Foreest overleden, kort na de bevalling van het negende kind
1859 tweede huwelijk met jongere zuster van Aleide, Jacoba Elisabeth van Fo
reest (in dit huwelijk werden nog 6 kinderen geboren)
1875 hoogleraar Universiteit van Utrecht
1884 emeritaat
1903 overleden op ruim 88-jarige leeftijd
Literaire positie
"Ik ben tegenwoordig aan de orde van den dag. Heel Leiden praat van mij en
wijst mij na.[...] Dames loopen uit om mij te zien, en willen iets bijzonders aan
mij zien. Eene zelfs heeft beweerd dat mijn physionomie den dichter ken-
teekent! Allerlei valsche geruchten gaan over mij om, gelukkig niet tot mijn
schade."41 Zo schreef Beets op 17 november 1834 in zijn dagboek, en niets
tekent beter hoe zijn positie in Leiden was. Al voor hij ging studeren had hij
zeventien bijdragen geleverd aan tijdschriften en almanakken. Weldra verschenen
zijn eerste boekpublikaties: Jose (1834), Kuser (1835) en Guy de Vlaming
(1837), historische dichtverhalen in de trant van Byron en Scott. Hij vertaalde
Byrons werken, in twee bundeltjes uitgegeven. Tussendoor schreef hij voor aller
lei moderne tijdschriften: Algemeen Letterlievend Maandschrift, De Vriend des
Vaderlands, Studentenalmanak, Bijdragen tot Boeken- en Menschenkennis en
vanaf 1837 voor De Gids. Beets' zwarte tijd duurde tot 1840, maar al eerder kan
men voortekenen van de verandering tot realistisch humorist zien. De Masque-
39