ren. Men stemt overeen in de rol die daarbij aan de dichter toegekend wordt: alle
romantici achten de kunstenaar tot meer in staat dan een gewoon schepsel,
achten hem een door God uitverkorene die mensen boven het alledaagse kan
verheffen.
Na de oprichting van De Gids kan men al niet meer zo duidelijk van een
Leidse en een Amsterdamse groep spreken. Hasebroek verdween uit Leiden en
Beets trok zich meer en meer terug uit het studentenmilieu. Hasebroek ontwik
kelde, onder andere in zijn correspondentie met Potgieter, een sterk kritisch
vermogen, en hij en Potgieter beïnvloedden elkaar wederzijds. Veel recensies van
Potgieter blijken woordelijk aan brieven van Hasebroek ontleend te zijn.10 Bak
huizen en Potgieter trokken ook onbekende talenten aan die niet meteen bij een
kring hoorden: Toussaint en Oltmans bijvoorbeeld. Zoals gezegd ontstond er na
de Leidse kring zeker geen echte literaire groep in Ileiloo, maar Hasebroek was
wel door zijn talent voor vriendschap en zijn passie voor literatuur een belang
rijke schakel in het gesprek tussen Leidse, Amsterdamse en nieuwe Alkmaarse
schrijvers, en wist daardoor een te grote versnippering van talenten over diverse
tijdschriften tegen te houden.
Een belangrijk aspect van de Leidse club is nog niet aan de orde geweest: aan
het eind van de dertiger jaren zijn de leden van de romantische club allen over
tuigde realisten geworden. Stuk voor stuk hebben zij de zwarte tijd afgezworen:
Beets heel officieel in zijn befaamde afzwering der romantiek in 1840, waarin hij
het Byronisme een verslaving en een ziekte noemt.1 1 Als Hasebroeks afrekening
met de romantiek kan men zijn recensie in De Gids van een bundeltje Byroniaan-
se gedichten, Rietscheutgalmen genoemd, opvatten.12 Hasebroek veroordeelt
het zwartgallige, om er de christelijke blijmoedigheid tegenover te stellen. Pot
gieter was wat bevreemd over deze onverwachte ontrouw aan eigen idealen, maar
Hasebroek verdedigde zijn stellingname: "Het lijkt wel een beetjen naar den vos,
die de passie preekt, maar waarom niet, als ik waarlijk van gedachten ben ver
anderd? Waarom zou ik dan mijzelven meer dan anderen sparen? integendeel
vond ik er genoegen in mijzelven te veroordeelen en zoo ik ooit mijn recensies
geteekend had ik zou 't althands deze gedaan hebben."1 3 Kneppelhout nam in
1844 openbaar afstand in een opstel in De Gids.1 4 Literair gezien is er een
hemelsbreed verschil tussen de produkten van de vroege Beets, Hasebroek en
Kneppelhout en die van dezelfden aan het eind van de studententijd. Alledrie
zijn overgegaan op het proza, met name op het korte prozaverhaal, alle drie
hebben de historische romantiek achter zich gelaten en zijn in een tot dan
23