zen niet meer bestaan. Vernieuwing bracht De Gids ook in de bevordering van
nieuwe genres: het prozaverhaal werd sterk naar voren gedrongen door verta
lingen van Dickens en Lamb (van de hand van Potgieter) en door de puhlikatie in
feuilletonvorm van historische novellen van Geertruida Toussaint. Zoals De Mu
zen was De Gids breed van opzet: artikelen over alle takken van kunst waren
welkom, evenals verhandelingen over politiek, geschiedenis en filosofie.
In Leiden waren de letterlievende jongeren minder daadgericht geweest dan in
Amsterdam, maar zeker zo enthousiast, en diepgaander beïnvloed door de bui
tenlandse romantiek. Er was steeds veel literair talent verzameld geweest aan de
Leidse universiteit, maar tot echte groepsvorming kwam het daar pas in 1833
toen de Rederijkerskamer voor uiterlijke welsprekendheid opgericht werd, door
een achttal studenten, waaronder Bernard Gewin, Laurens Beijnen, Ilasebroek en
Kneppelhout. Beets werd in maart 1834 lid. In korte tijd had Leiden opeens een
romantische kring met hooggestemde idealen en idolate bewondering voor alles
wat de nieuwe literatuur betrof. De Rederijkerskamer was op de hoogte van on
geveer alles wat er in Nederland verscheen: dichtbundels, historische romans,
tijdschriften en almanakken. Wat de leden aansprak lazen ze aan elkaar voor of
leerden ze van buiten om te reciteren in literaire bijeenkomsten. Ook over de
nieuwe buitenlandse literatuur waren zij goed geïnformeerd. Beets kende Scott,
Byron en Sterne goed, Kneppelhout dweepte met Fransen als Hugo, Lamartine
en Lamennais, Ilasebroek las Goethe en Schiller. Men vertaalde veel en die ver
talingen werden kritisch besproken. In de vakanties schreven de rederijkers el
kaar lange, fraai gestileerde brieven. Beets en Kneppelhout voerden hun corres
pondentie een tijdlang respectievelijk in het Engels en het Frans. De eigen verzen
en verhalen werden ook voorgelezen en gepubliceerd in de studentenalmanakken
of de moderne tijdschriften. Veel verscheen ook al direct in boekvorm: Beets
had al vroeg krediet bij uitgevers en Kneppelhout bekostigde zijn uitgaven zelf.
Men dweepte met elkaar en vooral met Beets, en men droeg elkaar eikaars dicht
bundels op: Beets Kuser aan Ilasebroek, Hasebroek Po'ézy aan Beets, Beets
maakte een Engelse vertaling van Hasebroeks gedicht "Gewijde non" en Knep
pelhout vertaalde Beets' "Vasthi" en "Beestenspel". Hun werken in deze tijd wa
ren zwaar romantisch. Beets publiceerde bloedige middeleeuwse drama's in vers
vorm met als hoogtepunt Guy de Vlaming die waanzinnig wordt door een inces
tueuze verhoudingen zijn bruid-zuster vermoordt. Kneppelhout schreef kerkhof-
dromen en droevige kasteelverhalen, Hasebroek zijn "Gewijde non", maar ook
een belangrijk vers als "Vondel's vermaking" (lees: Vondels erfenis) dat gelezen
18