16 teroefeningen, moest het speciaal ontgelden. In één van deze blaadjes (De Vriend der Waarheid) verscheen de eerste grondige kritiek op Tollens, hetgeen in die tijd een moedige stap was van de aanvaller A. van der Hoop. Van zijn vriend J.J.F. Wap stamt een schendschrift genaamd Nieskruid voor den Heer Nierstrasz, gericht tegen de middelmatige dichter J.L. Nierstrasz, maar eigenlijk over diens hoofd heen bedoeld voor zijn uitgever Yntema. Toen kort daarna Nierstrasz overleed, ging er een golf van verontwaardiging door de gevestigde tijdschriften tegen de herrieschoppers die voor niemand behalve Bilderdijk eerbied hadden. Toch hadden de scheldblaadjes succes: in de volgende jaren verscheen er een veel minder groot aantal dichtbundels op de markt: publiek en uitgevers waren kies keuriger geworden. Jammer genoeg was geen van de tijdschriftjes een lang leven beschoren: de redacteuren slaagden er niet in genoeg talent aan te trekken om hun kolommen te vullen met voorbeeldig creatief werk, naast de scheldkanon nades. Het verhalend proza en de poëzie zijn nog niet van de kwaliteit die latere tijdschriften wel zullen halen. Opvallend wat betreft buitenlandse invloeden zijn alleen een aantal vertalingen van E.T.A. Hoffmann en wat besprekingen van werk van Victor Hugo. Inmiddels waren echter nieuwe talenten gerijpt. Er waren twee plaatsen waar literatuurliefhebbende jongeren zich groepeerden: in Leiden en in Amsterdam. In Amsterdam had het tijdschrift De Vriend des Vaderlands van de "Maatschap pij van Weldadigheid" zijn rubriek "Aankondigingen en Beoordelingen" uitge breid en J.P. Heije de vulling daarvan in handen gegeven. Heije had in Amster dam en Leiden medicijnen gestudeerd (men kon indertijd nog niet afstuderen aan het Athenaeum in Amsterdam en moest daarvoor naar Leiden). Hij was innig bevriend met de Amsterdammer- Aernout Drost, student theologie te Leiden. Ileije trok Potgieter en R. Bakhuizen van den Brink (student theologie te Lei den) als medewerkers aan. Deze vier kwamen sinds voorjaar 1833 geregeld bij el kaar en voerden een drukke correspondentie. Zij hadden een grote bewondering voor de buitenlandse romantiek en stelden zich voor de Nederlandse literatuur tot eenzelfde hoogte op te voeren. Drost werd al gauw de voorganger van dit groepje. Hij vormde Potgieter, die tot dan zijn literaire aspiraties weinig gericht naar buiten gebracht had en zich nog niet aan proza gewaagd had, tot criticus. De Vriend des Vaderlands voldeed al snel niet meer als tijdschrift voor de grootse plannen van het viertal. Het blad was te hybridisch: het grootste deel be stond uit koloniale berichten van de weldadigheidsmaatschappij en daarnaast hadden de letterkundigen in hun eigen kolommen niet de vrije hand. Uitgever en

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1982 | | pagina 16