154
30. Idem p. 73.
31. Idem p. 344-345.
32. Beets aan Potgieter 17.7.1837. We like us 1980. p. 96-97.
33. Hasebroek aan Potgieter 7.9.1837. Willems 1939. p. XV.
34. Hasebroek aan Potgieter 21.8.1839. Willems 1939. p. LXX (citaat overgeno
men zonder alineaindeling).
35. Hasebroek aan Potgieter 3.1.1837. Willems 1939. p. VI-VII.
36. Hasebroek aan Beets 28.11.1836. Collectie Maatschappij der Nederlandse
Letterkunde. UB Leiden (voortaan vermeld als UBL). Brieven Beets-archief.
37. Beets aan Gewin 29.12.1838. UBL Beets-archief 129
38. Aangehaald door Hasebroek aan Potgieter 31.1.1839. Willems 1939. p. LXII.
39. Beets aan Gewin 29.12.1838. UBL Beets-archief 129.
40. Brief gepubliceerd in: Willem de Clercq. Naar zijn dagboek. 1825-1844. [Uit-
geg. door D. de Clercq]. Haarlem z.j. p. 392-393.
41. Hildebrands voorbereiding 1956. p. 119.
42. Hasebroek aan Potgieter 12.12.1838. Willems 1939. p. LIL
43. Beets aan Gewin 6-9.8.1836. UBL Beets-archief 129.
44. In een (zeldzame) sleutelroman over C. van Foreest wordt gesuggereerd dat
deze zijn moeder verdacht van meer dan "moederlijke liefde" voor Beets.
C.M.L.T.-v.F. Najaarsbladen. 's-Gravenhage 1927. p. 36.
45. Beets aan Kneppelhout, tussen 21.7 en 1.8.1837. Brief alleen bewaard in
afschrift van J. Dyserinck. Handschriftencollectie Universiteitsbibliotheek
Amsterdam (voortaan vermeld als UBA). XC 35 919/189.
46. Aangehaald door Hasebroek aan Potgieter 23.10.1839. Willems 1939. p.
LXXVII.
47. Potgieter aan Beets 30.1.1836. We like us 1980. p. 30.
48. Hasebroek aan Potgieter 6.11.1838. Willems 1939. p. XLIX.
49. Gewin aan Kneppelhout 9.1.1841. Collectie familie Beelaerts van Blokland,
Heelsum.
50. Geciteerd bij: A.J. Luyt. Klikspaans studentenschetsen, bijdrage tot de ken
nis van Kneppelhout als mensch en als schrijver. Leiden [1910]. p. 36. (Voor
taan Luyt 1910).
51. Gepubliceerd in deAlgemeene Konst- en Letterbode, 20.3.1835. Geciteerd
bij: N. Beets. Everhardus Johannes Potgieter. Persoonlijke herinneringen.
Haarlem 1892. p. 30-31. (Voortaan: Beets 1892).
52. L. Brummel. De studietijd van R.C. Bakhuizen van den Brink door brieven