11 INLEIDING Wie in de jaren rond 1840 de diligence van Haarlem naar Alkmaar nam, had gro te kans de koets te delen met één van Nederlands bekende jongere literatoren op weg naar Heiloo, om of naar de gastvrije pastorie, of naar het landgoed Nijenburg te gaan. Op de pastorie woonde de pas in Leiden afgestudeerde literator J.P. Ha- sebroek met zijn zuster Betsy, schrijfster van gevoelige romans. De weduwe Van Foreest, een dochter van de gewaardeerde Leidse hoogleraar Van der Palm, had op Nijenburg de zorg over een groot gezin. Haar oudste zoon, Cees van Foreest, studeerde rechten in Leiden en had vrienden onder de student-literatoren daar, die hij in de vakanties meenam naar het door bossen omgeven fraaie familiegoed. Hij introduceerde Nicolaas Beets in Heiloo, die een geziene en bewonderde gast werd en zich verloofde met de oudste dochter van het gezin. Hoewel Hasebroek pas één dichtbundel gepubliceerd had [Poëzy 1836) en het tot 1840 zou duren voor Waarheid en droomcn het licht zag, was hij ook voor de uitgave van deze succesvolle prozabundel al een erkend literator. Hij werd gevraagd als mede werker door alle nieuwe of vernieuwde tijdschriften, zoals De Gids en Tessel- schade. De Muzen-almanak publiceerde in 1838 een portret van hem, een eer die slechts weinige jonge dichters te beurt viel. Hasebroeks zuster was minder be kend, niet alleen omdat ze onder pseudoniem publiceerde en later debuteerde dan hij (haar eerste roman verscheen in 1838), ook nam ze niet opvallend deel aan het literaire leven. Haar contacten met uitgevers en tijdschriftredacteurs lie pen via haar broer. Hasebroek onderhield levendige vriendschappen met de jonge schrijvers van zijn tijd, waardoor er veel aanloop op de pastorie was. Hij en zijn zuster wisten een sfeer te scheppen waar vrienden door aangetrokken werden, ondanks de af stand die Heiloo scheidde van hun woonplaatsen en die te voet, per trekschuit of per diligence overbrugd moest worden. De contacten werden levendig gehouden in uitvoerige briefwisselingen, waarvan er echter niet veel bewaard zijn gebleven: Hasebroek heeft waarschijnlijk een deel vernietigd aan het eind van zijn leven. Wat over is getuigt van een intensief literair engagement. Ondanks alle literair verkeer, is het duidelijk dat Hasebroek zelf niet preten deerde leider van een letterkundige kring of beweging te zijn, maar alleen uit

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 1982 | | pagina 11