J.P. HASEBROEK
BIJ IIKT NOORD-IIOLLANDSCII KANAAL
Stroom, heldre vloed, stroom vrolijk voort
Langs 't bed, dat u de menschen groeven,
l)e weiden door en langs de hoeven,
Waar nooit een golfslag was gehoord.
Stroom vrolijk naar het Noorden heen,
En huw alzoo 't gebruisch der wateren
Van 't scheeprijk IJ en 't dondrend klateren
Des Noorder-Oceaans aan één!
Maar als gij in die blijde vaart
Ter helfte van uw weg gekomen,
Een torenspits uit de iepenboomen
Ziet opwaarts rijzen hemelwaart,
Daar, waar van verre u Alkmaar daagt,
Neem - 'k bid u, IJsprank! hoor mijn bede!
Neem derwaarts heen een groete mede
Des mans, dien hier uw oever draagt.
Want, zie, die toren, met het oord,
Dat ge om hem henen zult zien groenen,
Als 't puik der Noordsche boschplantsoenen,
Heeft eens als woonstee hem bekoord.
Hij woonde eens in dat zoet Heilo,
Waar honderd nachtegalen kwelen
In 't loof van beuken en abcelcn,
Als altijd trouwe lentebo.
Ja, lente was 't ook daar voor hem,
De schoonste lentetijd zijns levens!
Zoo zong dus in deez' Bloemhof tevens
Met filomele's lied zijn stem.