8
grond in Oesdom vermeld, "bij de kapel".
Het grondbezit van de abdij in Heiloo en Oesdom was aan
zienlijk. Er zijn al landerijen in Heiloo en Oesdom door
Dirk I aan het nonnenklooster geschonken. Waar deze lande
rijen gelegen hebben is niet duidelijk. We weten, dat Dirk II
bij gelegenheid van een heel grote schenking aan de abdij on
der meer schonk 2\ hoeve in Oesdom (een hoeve was een stuk
grond waar een gezin fatsoenlijk van kon leven, men schat het
dikwijls op 32 morgen); te Ordebolledat is waarschijnlijk
Bollendorp, ook 2 hoeven, en bij Obinge, dat is bij de Ewis-
buurt, een hoeve. Deze gronden werden door de abdij ver
pacht. Er is zelfs een hele regeling getroffen voor de huurders
in Oesdom, waar de abdij veel bezittingen had. Met Oesdom
doet zich nog de merkwaardigheid voor, dat dit in het abdij
archief de ene keer bij Heiloo, de andere keer bij Limmen
wordt gerekend, maar meestal in oudere aantekeningen bij
Limmen, in de jongere, in de 16e eeuw, steeds bij Heiloo.
De abdij had ook nogal wat grove tienden in Heiloo: in 1344
had de abdij de viertienden (waarschijnlijk een belasting op
elk huis, waarin een haard aanwezig was, vier vuur), op
brengst 60 pond; de Obedinge tiende, 24 pond, de Evenesse
tiende, de Langakkertiendede Oesdommer tiende, de Kadin-
gertiende, de Schiergeesttiendede deurgaande tiende, de
zandtiende en de vlastiende, alle bij elkaar bedroegen zij
246 pond, een aanzienlijk bedrag.
Dan had de abdij in Heiloo nog leengoederen: goederen, die
door de abdij waren beleend; bij eigenaars-wisseling moest
de nieuwe leenman een bepaald bedrag, meestal in natura aan
de leenheer betalen, bijvoorbeeld een rode sperwer, een paar
lederen handschoenen of een stoop wijn. Bij het wisselen van
de leenheer, dus elke keer als er een nieuwe abt kwam, moest
de leenman steeds weer opnieuw zijn leen komen verzoeken
doch met ledige hand, zonder heergewade te betalen, dus gra
tis. Als leengoed in Heiloo wordt beschreven: een huisinge
met boomgaard, genaamd "Het Hontsbosch" belent aan westzij
de de kerk, aan de oostzijde de Heerweg, aan de westzijde
een lijtweg; het bezit van de ambachtsheren en vrouwen van
Heiloo, o.a. Johan van Woerden-van Vliet; Antonius van Nie-
veld, later Clara van Nieveld, ambachtsvrouwe van Heiloo.
In 1572 is er een bepaling gekomen dat de bezitter of leenman
van Huis Ter Coulster mede leenman of bezitter zou zijn van