8
turf en gesprokkeld hout, maar ook stro werd graag benut
om de woningen te verwarmen.
In het tweede nummer van "Cronyck" hebt U ongetwijfeld
gelezen, dat Heiloo en wijde omgeving in de 18e eeuw in een
periode van verval waren aangeland. De toenmalige bewo
ners hadden de grootste moeite in het dagelijks levensonder
houd te voorzien. Velen waren zelfs niet in staat hun belas
ting te betalen. De opstallen werden dan ook slecht onder
houden. Wanneer mag worden aangenomen, dat in die uiterst
povere leefomstandigheden desondanks toch nog iets aan
onderhoud kon worden gedaan, dan zal dit zich beperkt heb
ben tot het woongedeelte. Niettemin bleef het met de huis
vesting slecht gesteld. De slaapgelegenheden voor kinderen
waren vèr beneden het peil, zoals onze kinderen dat heden
ten dage veelal mogen beleven.
In die tijd werd ook al heel wat gerookt, vooral de pijp
was erg in trek. Kennelijk met alle gevaren van dien. De
zeer beperkte brandgevaarlijke stookmogelijkheden èn het
veelvuldig roken van de pijp waren dan ook veelal de oorzaak
van branden.
Bij de gemeentelijke bestuurders viel naast hun précaire
financiële zorg ook een zekere angst te constateren vanwege
de grote gevaren ingeval van brand. En waarlijk niet ten on
rechte. De toenmalige Schout Willem Laarman en Schepenen
vonden het noodzakelijk een "keur" uit te vaardigen, (een
"keur" kunt U vergelijken met een voorschrift van de alge
mene politie-verordening zoals wij die kennen). Op 22 ja
nuari 1760 nemen zij de volgende openbaar bekend gemaakte
maatregel: (tussen haakjes is hier en daar een korte toe
lichting gegeven; soms ook op thans niet meer of weinig in
gebruik zijnde woorden).
"Wij Schout en Schepenen der Heerlijkheid Heijloo en Oes-
dom met approbatie (goedkeuring, vergunning) van den
HoogEd. Jacob van Catz Coulster Heijloo en Oesdom (Ja-
cob van Cats was "Heer van Heyloo en Oesdom", hij woon
de op Ter Coulster) Keuren en ordonneeren, gelijk wij
keuren en ordonneeren bij deesen, om redenen:
Alsoo wij ondervonden hebben 't gevaar, dat den eene bur
ger den ander soude aandoen, omdat voor twee jaar een wa
gen met hoij door een tabackspijpe in de brant is geraakt,