De Karolingers (Karei de Grote c.s.)
deze uit-
Bergum
them. Het
De namen
sche'-aar-
ze vroege
ang door-
de bewo-
regeest en
Voorbeeld Pingsdorf
aardewerk
De volgende periode die we archeologisch herkennen is de
Karolingische, beginnende halverwege de 8"'° eeuw. De mooiweer-
fase blijft aanhouden, met een groeiende bevolking als resultaat. De
traditionele woongebieden boden onvoldoende ruimte voor deze
bevolkingstoename. Droogte en verschraling, gevolgd door
zandverstuiving deden het landbouwareaal geen goed. Door die
zelfde droogte kwamen ook de direct aangrenzende veengebieden
in beeld als woongebied. Deze waren totdan uitsluitend benut als
wingebied voor turf, riet, vogels en vis en als weidegebied.
Tot nu toe is het okerkleurige Pingsdorfaardewerk, met zijn karak
teristieke verfstrepen, het vroegste aardewerk uit deze periode in
Akersloot. Het gebruik ervan is vanaf het einde van de 9de eeuw tot
de 13de. Daarnaast is er natuurlijk de kogelpot. Met een duidelijk
verschil tussen een vroege en een late kogelpot levert de lange
gebruiksduur, vanaf de 9de tot in de 14de eeuw, wat minder houvast
voor een scherpe datering. Toch lijken deze vondsten te duiden op
een bewoning in Akersloot ergens vanaf de 9dc eeuw.
Voorbeelden
Karolingisch aardewerk
(foto RMO Leiden)
Afgezien van de ingrijpende overgang
van het oude geloof naar de nieuwe re
ligie zal de inlijving van onze streken
in het Frankische Rijk niet ongemerkt
voorbij zijn gegaan. Archeologisch her
kennen we de nieuwe periode aan het
aardewerk uit het Maas-Rijngebied, het
z.g. Merovingische aardewerk, een
voortzetting van de Romeinse
aardewerktraditie. Dit nieuwe aarde
werk zal niet direct al het oude hebben
vervangen. Toch moet de eerste vind
plaats in Noord-Holland nog worden ge
vonden, waar deze overgang duidelijk
kan worden vastgesteld. Vestigden zich
in het kielzog van de Frankische troepen tegelijkertijd nieuwe be
woners in onze streken? In Akersloot geen Merovingisch aardewerk
in dezê periode, in Assum, kimmen en het duingebied bij Velsen
wel.
89