Opgeschreven door Elly Tijmes
Ik hooide zijn vrouw Nel roepen, dacht dat ze wel kwaad zou zijn
om het gat in de heg. Ik liet de fiets achter en rende naar mijn groot
moeder op de Koningsweg no. 26. Opoe was meteen door haar pleis
ters heen, want ik zag eruit of ik door de gehaktmolen gehaald was.
Opa Schotanus haalde mijn fiets op en wist te vertellen dat Nel Buur
zich alleen maar zorgen gemaakt had over mijn verwondingen. La
ter is Putter de ket in het dorp op gaan halen. Jarenlang heb ik nacht
merries gehad over paarden die mij achterna zaten. Na 15 jaar is dat
pas overgegaan door contact met niet bijtende paarden.
Vóór mevrouw Putter op 65-jarige leeftijd stierf, werd haar gevraagd
of zij nog wensen had. Zij gaf te kennen afscheid te willen nemen
van de ket, die haar iedere week, voor de dresseerwagen (zwart met
gele bomen) naar de kerk gebracht had. De ket werd voor het
slaapkamerraam geleid en knikte met zijn hoofd. In 1956 werd Put
ter ziek en moest naar het ziekenhuis. Korte tijd later is hij overle
den.
Henk en Johan Putter probeerden met touwen de ket te vangen. Hij
dook nog liever in de sloot!
Tjade Koelemeij, de schoonvader van Jaap Blokker, woonde bij zijn
dochter en schoonzoon in en bemoeide zich wel eens met de ket als
hij daar in het land stond. Hij kon hem zomaar pakken en heeft hem
naar de Sluis gebracht. Johan vond dat te gek: iedere keer iemand
lastig vallen om hun ket te verkassen. Daarom droeg hij zijn zoon
Aad (een jaar of 15-16) op de ket te halen. Die kon, net als zijn opa,
wel met hem overweg. Hij nam altijd een kadetje mee om hem te
lokken. Onderweg kreeg het beest altijd trek in een hapje gras, ter
hoogte van een boerderij. Dat "stal" hij uit de berm van de boer die
daar het gras maaide voor eigen gebruik (voor zijn koeien uiter
aard). De boerin vroeg Aad hoe zij het zouden vinden als haar man
hun koeien liet grazen in hun berm. Aad loste dat op door de ket een
meter of 50 vóór de boerderij de berm in te sturen, zodat hij zonder
problemen langs de boer kwam.
De langere vakanties van de bakkers is het dier fataal geworden. Hij
was de jongste niet meer, ruim 30 jaar, bracht zijn vakantie door in
het weiland, kreeg te weinig beweging, de bloedsomloop stagneerde,
hij kreeg kroep en lag dood in het land. Jan Blokker kwam het "aan
zeggen" bij de familie Putter.
Daarna werd het brood per auto bezorgd en verdween er een stukje
nostalgie uit Akersloot.