Inmiddels is het 1846 en vinden we, zoals ook in latere jaren, een
uitgebreide correspondentie van Hendrik met het gemeentebestuur
met als onderwerp verhoging van zijn loon.
In 1847 schrijft Hendrik zelfs een brief aan de Gouverneur van de
provincie. Hij schreef daarin: dat hij veronderstelde, dat hij uit hoofde
van de moeilijke omstandigheden waarin hij het vaderland heeft
gediend, wellicht een toelage uit de Provinciale kas kan krijgen. Of
hem in een andere betrekking, die meer verdient, te plaatsen.
De Gouverneur wil hierover inlichtingen van de gemeente hebben.
Onderstaande brief van 24-4-1850 is het antwoord:
dat genoemde Hendrik Bakker voor deze gemeente als
milicien is uitgetrokken in het jaar 1828 en dat hij toen is
geplaatst bij de artillerie en als kanonnier het Beleg van de
Citadel van Antwerpen heeft bijgewoond, alwaar hij zich vol
gens de rapporten bijzonder dapper heeft gedragen. Dat hij
zich bij de overgave van genoemde Citadel, evenals de ove
rige Nederlandsche Troepen aldaar in bezetting geweest, in
Frankrijk is krijgsgevangen geweest.
Eenige tijd na zijn terugkeer is hij als veldwachter aange
steld. De inkomsten daaraan verbonden, met inbegrip van
het tractement van brievenpost, bedroeg 200,—. Later heeft
hij er 50,— per jaar bijgekregen. Zodat heden zijn loon
250,— per jaar bedraagd.
Dat hij in het vorige jaar, uit hoofde van zijn groot gezin,
bestaande uit eenen zwakke vrouw met 9 kinderen, zich we
derom aan ons heeft gewend tot verhoging van zijn tractement.
Doch, dat vanwege de bekrompen financiële omstandighe
den der Gemeente hieraan geen gevolg is gegeven. Dat wel
iswaar het de krachten der Gemeente niet zou te boven gaan
hem 50 d 100 's jaars meer tractement te geven, maar dat al
dadelijk de personele omslag waaruit al de uitgaven der Ge
meente moeten worden goedgemaakt, verhoogd moeten wor
den, waartoe de Gemeente Raad niet dan hoogst ongaarne
over gaat.
Dat wanneer aan het verzoek van H. Bakker, die eigenlijk wel
een betere beloning verdient, daar de post van bode en veld
wachter alhier niet zeer gemakkelijk is uit hoofde van de uit
gestrektheid der gemeente, gevolg word gegeven, wordt ver
wacht dat ook de onderwijzers dadelijk met een dergelijk ver
zoek voor de dag zullen komen...
Een verhoging zat er voor Hendrik dat jaar niet in.