Ik heb expresselijk de groote van elke polder hierbij gevoegd waaruit Uwedelg. al aanstonds zal ontwaren hoe
moeielijk alle buitengewone schade voor zoo danige kleine polders te dragen is, welke elk afzonderlijk een molen
moeten onderhouden en in gewone tijden, jaarlijks met een omslag alleen voor Molengelden van 8 tot 16 guldens
per Morgen zijn bezwaard, zonder de spreken van alle verdere Binnenomslagen als het Hondsbosch, uitwaterende
sluizen, St. Aagtendijkgeld enz. enz.
De Westwoude een Eiland, het meest geleden hebbende, verdiend uit hoofde van de geringe waarde der landerijen
eenige opmerkingen, het is ook om die reden dat dezelve polder in vroeger tijde meer dan eens remissie der
verponding (kwijtschelding van belasting) gedurende een aanzienlijk getal van Jaren is verleend, wanneer
Uwedelg. de Schade daaraan door de jongste Stormen en Watervloed, veroorzaakt van dat belang oordeelt, dat
daarop eenig requirant kan worden geslagen, dan zoude het mij hoogst aangenaam zijn, wanneer dezelve door
Uwedelg. voorspraak eenige Subsidie van het Gouvernement mogt genieten.
2e Dat de buitengewone kosten van voeding en verzorging der behoeftige Persoonen uit de West Wouder
gedurende 33 dagen ruim 400,-- bedraagt.
Dat de schade door de ingezetenen van die polder geleden, volgens hierbij overlegde lijst voornamentlijk aan
Hooi bedraagt 1.140,—, zonder te spreken van de schaden aan Meubelen, Boeren Gereedschappen en Eetbare
Waren veroorzaakt.
Dat de aanzienlijke hoeveelheid Hooi, waarmede de andere ingezetenen dezer Gemeente, de vluchtende uit de
nabijheid van de Zaan en elders, die met hun Vee bij hun een schuilplaats zogten, hebben bijgestaan volgens
gedane opneming ruim 600,000 ponden bedraagt."
27