beschreven woningen zijn. Maar in dit politieverslag staat uitdrukkelijk dat
het om leegstaande woningen gaat. De woningen worden dus niet gebruikt
in deze periode. En uit wat gesprekken met inwoners van Egmond-Binnen,
die zich de situatie nog kunnen herinneren, blijkt hetzelfde; na de oplevering
van de huizen, zijn ze leeg gebleven. Wel weet men zich te herinneren dat
er af en toe Duitsers in zaten. Misschien frontsoldaten die met verlof wat
mochten bijkomen en uitblazen aan de mooie Hollandse kust voordat ze weer
terugmoesten naar het front? Wie het weet mag het zeggen!
Na de bevrijding zijn de woningen eigendom geworden van de woningbouw
vereniging, en al snel werden ze bewoond door allerlei Nederlandse gezinnen
die hadden te lijden onder de woningnood. Het zijn kleine huisjes geworden
in de ogen van nu, maar in de beginjaren woonden er grote gezinnen in,
met soms wel meer dan tien personen. En 's zomer met nog meer mensen,
wanneer het toerisme op gang kwam. Een gedeelte van de huizen wordt nu
nog steeds door de Woningbouw verhuurd, maar langzaamaan worden ze
verkocht aan particulieren. De woningbouwvereniging stoot ze liever af, en
had ze eigenlijk nog liever al lang afgebroken in het verleden. Heel fijn dat
dit, door moedige inspanningen van de bewoners, niet is gebeurd. Elk dorpje
in Noord-Holland verdient tenslotte haar eigen "Heldersche Wijk".
61
Geestgronden, 18 (2011), nr. 2/3