Nieuwbouw
In 2009 is, in opdracht van de Stichting Adelbert Abdij, door aannemer
Mulder Obdam begonnen aan een verbouwing en uitbreiding van de abdij
met gastenverblijven om de abdij op die manier te kunnen presenteren als:
'De Abdij van Egmond, erfgoed met toekomst, Monniken van de 21ste eeuw
De architect hiervoor is Oomen Architecten uit Breda.
De voorwerkers voor de nieuwe abdij
In de literatuur over de herbouw van de nieuwe abdij komen Dom Willibrord
van Heteren, Dom Richard Schutte, Gerrit van den Bosch en Jhr. Ruijs de
Beerenbrouck als de voorwerkers naar voren. Zij worden met name door
Jan Hof als zodanig benoemd. Zonder anderen tekort te willen doen, trekken
wij uit ons onderzoek de conclusie dat daarmee te weinig eer toekomt aan
Bernard de Bont en Jan Stuyt. Als we 6 voorwerkers mogen noemen, zouden
we ervoor willen pleiten deze namen aan de eerder door Jan Hof genoemde
lijst van de voorwerkers toe te voegen. Ook zij hebben zich nadrukkelijk
ingezet voor de totstandkoming van de nieuwe abdij van Egmond.
Onze samengevatte motivatie is de volgende
Afb. 8 Dom Willibrord van Heteren (1857 - 1906)
Zijn levensideaal was de herbouw van de Abdij van Egmond.
Hij heeft veel onderzoek naar de historie gedaan en daarover
geschreven en gepubliceerd.
Hij heeft verschillende pogingen gedaan tot aankoop van het
abdijterrein.
Hij heeft zijn enthousiasme voor dit onderwerp overgebracht
op zowel Bernard de Bont als Jan Stuyt.
Afb. 9 Bernard de Bont (1845 - 1908)
Hij heeft zich naast zijn werk als directeur van Wijnand Fockink
ingezet voor de katholieke zaak in het algemeen en met name
voor herstel van de Abdij van Egmond door zijn vele gesprekken
met Dom Willibrord van Heteren en Jan Stuyt. Hij schreef, aan
de hand van eigen historisch onderzoek, het boek "De regale
abdij van Egmond". Herstel van de abdij was zijn grote droom.
Hij wist het abdijterrein voor dat doel te verwerven. Zijn vrouw
heeft uiteindelijk na zijn dood de grond niet verkocht aan de
provincie voor de bouw van een mausoleum voor de graven
van Holland, maar aan de nieuw opgerichte St. Adelbertstichting.
124
Geestgronden, 17 (2010), nr. 4
