Na de plotselinge dood van Bernard de Bont op 8 september 1908 nam de kwestie een heel andere wending. Op 26 oktober van dat jaar vond er een gesprek plaats tussen Mevrouw Elisabeth Henriette de Bont-Reijffert, erfgename van de heer De Bont en zodoende eigenaresse van de grond en de Commissaris van de Koningin, Van Tienhoven, ten einde de grond te kopen voor de bouw van het mausoleum. Mevr. De Bont wist echter dat het in de geest van haar man was als de grond verkocht zou worden aan de Benedictijnen, die gelijktijdig besprekingen met haar openden. Dom De Puniet, op dat moment de Prior van de priorij te Oosterhout, nam mede op initiatief van Dom Schutte, de beslissing tot koop van de grond en kreeg toestemming daarvoor van Bisschop Cahier. Laatst genoemde gaf hierbij wel nadrukkelijk aan nog geen toestemming voor de bouw van een abdij te zullen geven. Mevrouw De Bont besliste dat verkoop aan de Benedictijnen zou plaatsvinden. Op 29 maart 1909 werd de St. Adelbertstichting opgericht met als voorzitter Dom Delatte (in zijn functie van superior generaal van de congregatie) en vice-voorzitter/penningmeester Dom De Puniet. Secretaris werd Dom Schutte. Het doel van de stichting werd als volgt omschreven: 'Het bevorderen van de beoefening van de gewijde wetenschappen en van de Christelijke kunst in het algemeen en meer in het bijzonder van de vaderlandsche middeleeuwse geschiedenis, vooral m.b.t. het voormalige graafschap Holland en de voormalige Regale Abdij van Egmond'. Op 9 april 1909 werd de akte gepasseerd, waarbij de weduwe De Bont het abdij terrein voor fl 40.000 overdroeg aan de St. Adelbertstichting. De grafsteden van de graven van Holland te Egmond en Rijnsburg De oudste generaties van de graven van Holland hadden in de Egmonden hun machtscentrum en hebben daarom daar hun Slot aan de Hoef en de Abdij van Egmond doen verrijzen. Zij werden in de abdijkerk begraven. In later tijden verschoof hun machtscentrum meer naar het zuiden van Holland. Vandaar dat er ook in Rijnsburg grafsteden van de graven van Holland zijn geweest in een abdij voor vrouwen, die in 1133 werd gesticht door gravin Petronella van Holland. De meest bekende graaf, die daar zijn laatste rustplaats vond, was Floris V. Zijn standbeeld is te vinden op de plaats waar eens een van de torens van de vrouwenabdij stond. Ook hier is de abdijkerk met dubbele torens vervangen door een protestantse kerk. De contouren van het vroegere abdij complex zijn weer zichtbaar gemaakt. Een graftombe op de plaats waar eens de absis van de abdijkerk was, herinnert aan de grafsteden van de 118 Geestgronden, 17 (2010), nr. 4

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2010 | | pagina 14