konden schaatsen. Als de kinderen naar school moesten liepen ze door de
landerijen, over slootjes springend, naar het dorp. Ook ging Gerda vaak
buurten bij het nabij Vredesteijn gelegen jeugdwerkelozenkamp waar de
dienstdoende broeder altijd wel goed was voor een snoepje. Het Jachthuis
zelf was zeker na de verbouwing van 1934 groot genoeg voor een heel gezin.
Dit kwam mede omdat de kamers van de jachtheer, die eigenlijk niet mochten
worden gebruikt, bij verjaardagen e.d. toch werden gebruikt. Men rolde dan
het kleed op zodat er kon worden gedanst.
Johannes Diemeer heeft in zijn tijd als jachtopziener drie eigenaren van het
jachtrecht meegemaakt. Toen hij jachtopziener werd was het jachtrecht nog
in handen van de gebroeders Gülcher. In 1917 werd Cornelis van der Vliet
de nieuwe eigenaar die het in 1933 weer verkocht aan de provincie Noord-
Holland. Johannes Diemeer is op 12 juli 1969 overleden, hij heeft met zijn
gezin tot 1953 in het Jachthuis gewoond.
Al met al hebben de leden van de familie Diemeer uit Egmond-Binnen, op
een onderbreking van 1 jaar na, ruim 70 jaar in het Jachthuis gewoond.
In 1953 kwam Hans Ooms met zijn vrouw Luus Ooms-Conijn en hun twee
zonen Ton (1951) en Piet (1952) in het Jachthuis wonen. Het gezin kwam
vanuit Bakkum waar zij hadden ingewoond bij de vader van Hans Ooms,
Teunis Ooms, een voormalig PWN-er. In die tijd was Hans Ooms al werkzaam
als jachtopziener in Egmond (afb. 4). Hij reisde dan op en neer van Bakkum
naar Egmond. In het Jachthuis werden nog drie dochters geboren, Willy
(1955), Tilly (1958) en Loekie (1963). Na het overlijden van Hans Ooms in
1972 bleef Luus Ooms met haar kinderen nog in het Jachthuis wonen. Nadat
alle kinderen in 1983 het huis uit waren is Luus Ooms nog een jaar in het
Jachthuis blijven wonen waarna ze naar het dorp verhuisde, waar ze nu nog
woont.
Afb. 4 Hans Ooms in PWN-
uniform, collectie T. Ooms
Geestgronden, 17 (2010), nr. 3
76
