fornuis. Ook kwam er warm en koud stromend water en een douche. Er werd zelfs een buitenkraan aangebracht. Men telde wel vijf kranen in het huis, een ongekende luxe. De reden voor deze aanpassingen zal wel geweest zijn dat de heer Blom de enige pachter was die in het Jachthuis bleef slapen. Hij arriveerde dan met enige auto's bij het Jachthuis. In de voorste auto zaten de heer Blom met zijn vrouw. In de andere auto's de overige leden van het jachtgezelschap. Ook bracht hij vaak zijn kok mee die dan in de keuken van het Jachthuis de nodige meegebrachte etenswaren bereidde. In 1984 werd het huis wederom verbouwd en aangepast aan de eisen van die tijd (afb. 1). De bewoners van het Jachthuis De eerste jachtopziener die in 1882 het Jachthuis betrok was Joannes (Jan) Diemeer. Hij was op 26 juni 1855 in Heemskerk geboren en stamde uit een familie waarin het beroep van veldwachter veel voorkwam. Zo was zijn vader en een oom van hem werkzaam als veldwachter, een beroep dat wel enige verwantschap toonde met dat van jachtopziener3). Jachtopziener Jan Diemeer beheerde vooral het duingebied direct achter Egmond-Binnen. Waarschijnlijk werd hij aangesteld door de rentmeester van de familie Gülcher. In 1882 trouwde Jan Diemeer met de in 1857 geboren Maria Aardenburg (afb. 2). Samen betrokken zij direct na hun huwelijk het Jachthuis. Hier werden hun zes kinderen geboren, namelijk: Anna Maria (1883), Cornelis Antonius (1885), de tweeling Johannes Hendrikus en Hendrikus Johannes (1886), Johannes (1887) en Hendrik (1888). De tweeling is al vroeg overleden. Vader Joannes Diemeer is op 13 augustus 1931 in het ziekenhuis in Alkmaar overleden. In 1910 volgde de oudste zoon van Jan Diemeer, Cornelis Antonius Diemeer, zijn vader op als jachtopziener. Hij was getrouwd met Johanna Baart; het echtpaar kreeg vier kinderen. Ze woonden in de Peperstraat en hebben nooit in het Jachthuis gewoond. Voordat hij zijn vader opvolgde was Cornelis al werkzaam als jachtopziener. Hij was echter nog niet beëdigd als onbezoldigd rijksveldwachter. Uit een brief, gedateerd 8 april 1907, bleek dat Cornelis nog niet de vereischte leeftijdhad bereikt. Verzocht werd om Cornelis desondanks aan te stellen als onbezoldigd rijksveldwachter omdat "C.A. Diemeer voor het jachtveld bijzonder geschikt is". De brief werd geschreven door de burgemeester van Egmond-Binnen en was gericht aan de Commissaris van de Koningin van Noord-Holland. Hij deed dit op verzoek van de in Amsterdam wonende pachter van het jachtrecht, de heer P.L. Lucassen4). Nadat Cornelis Diemeer op 30-jarige leeftijd was overleden volgde zijn broer Johannes hem in 1915 op als jachtopziener. Johannes trouwde in 1922 met Elisabeth Apeldoorn. Hij woonde toen al in het Jachthuis. Uit dit huwelijk 74 Geestgronden, 17 (2010), nr. 3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2010 | | pagina 6