Als u met de auto van Egmond richting Bakkum langs Egmond-Binnen rijdt, ziet u aan uw rechterhand een bijzonder huisje staan. Dit huisje is bijna 130 jaar gele den gebouwd als jachthuis. Hier kwamen de jagers bijeen om te eten en te drinken en de buit te verdelen. Zelfs Prins Hendrik, de echtgenoot van Koningin Wilhel- mina, kwam er wel eens om deel te nemen aan de jacht. Rita Bijl Aarnout Leijnse HET JACHTHUIS De plek waar het Jachthuis in Egmond-Binnen is gebouwd, maakte vroeger deel uit van de Heerlijkheid van de drie Egmonden en Rinnegom. In 1793 erfde Jacoba van Foreest (1779-1809) van haar vader deze Heerlijkheid. Vier jaar later trouwde ze met Mr. Jean Pierre Theodore Tinne (1774-1812). Jacoba stierf al op veertigjarige leeftijd, waardoor de eigendomsrechten in handen kwamen van Jean Pierre. Twee jaar na het overlijden van Jacoba hertrouwde hij met Eva Maria Gregory (1777-1862). Uit dit huwelijk werd alleen een dochter geboren, Johanna Christina Petronella Theodora Tinne (1812- 1862). Zij trouwde in 1844 met de uit Amsterdam komende rechter van de Arrondissementsrechtbank Carl Fredrik Gülcher. Zij kregen een dochter en twee zonen. Ook Johanna werd niet oud en overleed op vijftigjarige leeftijd in 1862. Haar man en de drie kinderen erfden de Heerlijkheid in onverdeeld eigendom. Toen in 1871 vader Carl stierf en in 1881 dochter Woudrica, bleven de twee zonen over als eigenaren. De gebroeders Jan Marie en Jan Cornelis Gülcher waren niet alleen in bezit van de Heerlijkheid van de drie Egmonden en Rinnegom maar ook van de bijbehorende rechten 1}. Jachtrecht Een onderdeel van die rechten was het jachtrecht. Dit recht kon verpacht worden of de heer kon zelf van dit recht gebruik maken. Om het verpachten voor de jagers aantrekkelijk te maken besloten de broers in 1882 aan de Duinweg 1, in de gemeente Egmond-Binnen, het Jachthuis te laten bouwen. Het gebouw kon alleen op die plek op hun grondgebied gerealiseerd worden als een gedeelte van het bos van het landgoed Vredesteijn werd gekapt. Het Jachthuis werd gebouwd als verzamelpunt voor de jachtpartijen, om uit te rusten na de jacht en als onderkomen voor de door de broers aangestelde jachtopzieners. In 1917 verkochten de gebroeders Gülcher de Heerlijkheid Egmond met zijn rechten aan Cornelis David Gerardsz. van der Vliet (1880-1960), die daarmee tevens eigenaar werd van het Jachthuis. Geestgronden, 17 (2010), nr. 3 71

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2010 | | pagina 3