Dan besluit minister Smit-Kroes dat de post Egmond definitief wordt
opgeheven. Alleen de Jong mag aanblijven als beheerder, maar niet meer
als kustwacht. Als hij bij een gesprek met de bazen in IJmuiden hoort dat zij
het risico van verlies aan mensenlevens ijskoud incalculeren, wordt hij erg
kwaad. Daarvoor wenst hij geen verantwoording te nemen. Kort voor zijn
eervol ontslag per I maart 1984, krijgt hij een Koninklijke Onderscheiding.
De zilveren legpenning van het reddingwezen heeft hij al langer. In de zomer
van 1984 is de Jong nog wel betrokken bij de viering van 150 jaar van Speyk.
Ook blijft hij op verzoek vervanger van zijn schoonzoon Bert de Boer die
is aangesteld als 'objectbeheerder\ De logboeken en andere administratie
weigert hij bij de bazen in te leveren voor vernietiging. Vanaf 1990 is de Jan
van Speyk geheel onbemand. Na dertig jaar betrokkenheid bij de vuurtoren
van Egmond, is Jaap de Jong definitief uitgeschakeld. Maar hij is er van
overtuigd dat hij voor Egmond een vuurtoren heeft achtergelaten om trots
op te zijn.
Vuurtorenmuseum
Behalve het gemis van een vuurtorenwachter die ook de omgeving in de gaten
zou kunnen houden, (denk eens aan duinbranden) is Egmond nog iets moois
misgelopen. Na zijn vroegtijdige pensioen lijkt het Jaap de Jong prachtig
om in het oude leegstaande vissershuisje aan de Smidstraat te gaan wonen
en daar een klein vuurtorenmuseum in te richten. Een mooie combinatie
met rondleidingen op de toren. Maar het loopt anders, want hij krijgt op het
cruciale moment geen medewerking. Gelukkig heeft hij die spullen toch
maar niet in de brand gestoken zoals hij dat tegen de Burgemeester heeft
gezegd. De telegraaf, de kist met oude administratie, een koperen pomp,
oliekannen, lampen, de puntige stok waarmee de loodsen zich verdedigden
als ze terugliepen van Den Helder, logboeken, seinboeken en nog meer
attributen van de vuurtoren en het loodswezen. Ze staan allemaal bij hem
thuis op zolder, want ze zijn hem veel te dierbaar.ü
Geestgronden, 16 (2009), nr. 4
133