de zomerdienst van 1933 liet de H.S.M. (inmiddels samenwerkend met andere
spoorwegexploitant S.S. onder de naam N.S.), om de exploitatietekorten te
drukken, naast de stoomtrams ook motortrams naar Egmond aan Zee rijden,
maar het mocht allemaal niet meer baten. De tram was ingehaald door de
techniek.
Afb. 14 Foto van rond 1920. Inmiddels heeft Egmond telefoon gekregen, getuige de
telefoonpalen die naast het stationsgebouw te zien zijn (foto Jonker)
Toen in 1934 duidelijk werd dat de lijn Egmond-Alkmaar haar langste tijd
had gehad, werden er nog vergeefse pogingen gedaan opheffing van de lijn
te voorkomen. Er werd weer eens een comité opgericht (ditmaal door een
heer Rike uit Egmond aan Zee) dat met steun van de Egmondse bevolking en
de V.V.V. een vurig pleidooi tot behoud van de tramlijn hield aan het adres
van de minister van Waterstaat. Maar noch de uiteenzetting hoezeer Egmond
was gegroeid, noch een schets van de funeste gevolgen die opheffing van de
lijn tot gevolg zouden hebben, konden de minister bewegen zijn steun aan
behoud van 'het Spoortje'zoals de tramlijn in de volksmond was gaan heten,
te geven. Met een jaarlijks verlies van ruim 50.000,- gulden was er geen
sprake meer van een rendabele lijn en zo werd onze tramlijn slachtoffer van
de autobusconcurrentie en de toen heersende crisis.
56
Geestgronden, 16 (2009), nr. 213