Afb. 4: De draaimolen van Cornelis Dirkszn. Duinmeijer. Hij staat met vier van
zijn zonen voor de molen. Deze molen werd door Kees Braak aangekocht en is nu
nog steeds in gebruik als de bekende zweefmolen van Braak. Op de foto vlnr.
Jacobus (1880), Cornelis sr. (1846-1933), Hagger (1887), Cornelis jr. (1878) en
Dirk (1873). Foto collectie Rob Leijen
Je was 's zomers permanent onderweg. Een kermis duurde niet langer dan
een dag of drie-vier. Het waren allemaal gunningskermissen, waar je elk jaar
steeds weer terugkwam. In heel Noord-Holland had je altijd vaste standplaat
sen, zoals bijvoorbeeld in Limmen en Heerhugowaard. In Heerhugowaard
heb ik mijn vrouw leren kennen. Wij hadden toen nog geen kassa. Dus je
moest het geld ophalen bij iedereen die in de molen zat. En toen zat zij er in,
met een vriendin. Toen zei ik: "jij mag een keer voor niks."
Mevrouw Braak: "ik zeg altijd maar: voor een kwartje ben ik erin getrapt.
Ik was gek van zweven. Ik hoefde niet te betalen als hij mij naar huis
mocht brengen. Ik vond het best en toen ben ik een paar keer met hem op
stap geweest. Zo ben ik erin gerold."
Hard werken maar wel gezellig
Mevrouw Braak: "Ik had geen verstand van het kermisbedrijf. Ik moest er
erg aan wennen. Op de kermis maakte je lange dagen, het was soms erg
14
Geestgronden, 15 (2008), nr. 1