troleurs van de fabriek een kijkje nemen. Zij gingen naar binnen, maar ze waren heel snel weer buiten, met vader achter hen aan. Hij riep: "Of ik sterf of jullie!" Zij gingen er als hazen vandoor, ze lieten zelfs de fietsen staan. Zo kwamen er ook eens twee mannen van de brandverzekering. Overal keken ze rond en zo ook op zolder. Ze hadden een brandende sigaret tussen de lippen. Foei, wat was vader toen kwaad. Wij mochten niet eens met vuur in de stal, laat staan op zolder. Ze hebben geluk gehad dat ze langs de lad der naar beneden mochten, maar ze hoefden niet meer terug te komen. In 1947 trouwde mijn oudste zus en het eerste kleinkind werd geboren. Opa en oma waren er heel blij mee. Hij kwam vaak op de boerderij en opa liep dan met hem over het erf. Maar er zat een klein addertje onder het gras. Wij hadden een trotse haan lopen, dat was de lekkerste niet. De kleine (Nico) liep op een keer alleen over het erf, toen de haan hem te grazen nam. hij schreeuwde als een mager varken. Opa snelde heen, nam een stuk hout en sloeg de haan neer. Tenminste dat dachten wij, maar dat we later gingen kijken, liep de haan alweer netjes tussen zijn meisjes. Vader was ook altijd bezig met zijn koeien. De beesten waren altijd schoon en de stallen ook. Van het fokken van koeien had hij ook veel verstand. Hij had veel contact met de paters uit Egmond Binnen. Zo kwam Pater Gerritsen vaak bij ons om de koffie. Hij zei tegen vader: "Ik heb nog een stierkalf staan." "Wat is de prijs", vroeg vader. "1000 gulden"zei de pater. Maar vader vond hem te duur. De pater wilde niet zakken. Toen heeft vader hem toch maar geno men. Het werd later onze beste fokstier. Pater Gerritse kwam nog vele malen en wilde ooit een kuikalf kopen. "Voor 1500 gulden mag je hem meenemen." Dat deed hij echter niet. In februari 1953 vond de vreselijke stormramp in Zeeland plaats. Er werd gevraagd of iedere boer een ton hooi wilde geven. Toen men op de boerde rij kwam om het hooi op te halen zei vader "Als jullie helpen met persen, kunnen jullie de hele klamp hooi van ongeveer 20 ton meenemen." Eerst in 1956 werd de boerderij aangesloten op het elektriciteitsnet. Mijn moeder was een hele zachte vrouw, werd nooit kwaad, maar zij heeft wel 2 jaar op een ziekbed gelegen. Op 7 februari 1957 overleed zij. Vader kon toen zijn draai niet meer goed vinden. Hij zei: "Ruil mijn stoel maar om met die van moeder, dan kan ik er nog even van genieten". Hoe waar dit "even" was bleek al 2 maanden later. Het was zondag 14 april, toen mijn zuster de was voor de dag erna alvast in de week wilde zetten. Geestgronden, 14 (2007). nr. 4 1 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2007 | | pagina 19