Schuylenburg kreeg toebedeeld, zijn leven 15 jaar later eindigde in het 'rasphuis'Hij kwam daar ongetwijfeld niet zomaar terecht (hoewel we over de aard van zijn wandaden in het duister tasten), maar zijn ongelukki ge echtgenote heeft hem blijkbaar 'krankzinnig' laten verklaren, al met al redenen voldoende om Jan Anthony in het tuchthuis te doen plaatsen. Zelf wilde ze met Schuylenburg niets meer te maken hebben en ze verkocht de buitenplaats aan de zuster van haar man. Ook deze schoonzuster, Maria Agatha, geboren Van Vladeracken, was een beklagenswaardige vrouw, zij overleefde drie echtgenoten maar bleef kinderloos. Van Schuylenburg heeft zij niet lang kunnen genieten want zij werd er letterlijk uit 'weggepest' door haar jonge neef Hendrik, zoon van Jan Anthony. Aanvankelijk leek de verhouding tussen tante en neef redelijk goed, maar toen zij eenmaal op Schuylenburg woonde begon hij haar te dwarsbomen en dwong haar tot een verkoop, onder het ogenschijnlijk aantrekkelijke beding dat zij er tot haar dood mocht blijven wonen. Het koopcontract rammelde echter aan alle kanten. Van de toch al lage koopsom kreeg zij slechts een klein deel in han den. Maar erger waren de plagerijen en andere bejegeningen die haar het leven op Schuylenburg zuur en tenslotte ondragelijk maakten. We weten dit alles omdat Tante, ten einde raad en niet in staat zich als alleenstaande vrouw te verweren tegen haar neef en zijn juridisch geschool de trawanten, uiteindelijk - in 1767 - haar toevlucht heeft gezocht in het (doen) schrijven van een zgn. smaadschrift(in die tijd was het publiceren en verspreiden van zo'n pamflet een niet ongebruikelijke handelwijze). Het titelblad alleen al vat de aanklacht van Maria Agatha in vlammende bewoordingen samen: zij richt zich tegen de vergaendetrouwlooze, onhe- taemlijke en onnatuurlijke behandelingen, aan Haer Eed'Ie, door Haeren Neef den Heere Hendrik van Vladeracken zo onbillijk als onrechtmatig aangedaan'Natuurlijk belicht het geschrift slechts één kant van de zaak, die van Tante. Of haar neef werkelijk zo onbillykonrechtmatig'ja zelfs onnatuurlijkte keer is gegaan weten we niet, maar de feiten èn de bloem rijke taal van het pamflet liegen er niet om. Tante Maria Agatha moet zich inderdaad hevig gekwetst en schandelijk bejegend hebben gevoeld. Hendrik schijnt haar letterlijk uit Schuylenburg verdreven te hebben. Zo beschrijft zij hoezeer zij zich beroofd voelt van alles wat haar dierbaar was aan het huis, het 'verrukkend en lommerrijk bosch, de klaterende duin beken de ruimen en milden moeshof'En haar klaagzang krijgt het karak ter van een heuse vervloeking als zij haar neef toeroept: "Neemt agt of geen vaele schimmen en angstwekkende spooken om Uw hoofd zullen snor- 64 Geestgronden, 14 (2007), nr. 213

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2007 | | pagina 28